Rubriek :
Historische figuren
Frederik Willem IV
(Berlijn 15 okt.
1795 - Sanssouci, bij Potsdam, 2 jan. 1861), koning van 1840 tot
1861, uit het Huis Hohenzollern, was een zoon van Frederik
Willem III. Hij was begaafd, maar geneigd tot ijlhoofdigheid;
een neiging die versterkt werd door de romantische geest van de
tijd en door de invloed van het eigenaardige mengsel van
conservatisme en vaag-christelijk mysticisme. In Frederik
Willems omgeving werden deze idee�n nog aangevuld met de mythe
van het 'Germanentum'. Aanvankelijk trachtte Frederik Willem wel
degelijk het Pruisische absolutisme te verzachten, waarbij hem
de invoering van een neofeodaal systeem met sterk corporatieve
inslag onder een mystiek-beschermend koningschap voor de geest
zweefde. In 1847 riep hij een Verenigde Pruisische Landdag
samen, maar gaf deze geen enkele effectieve bevoegdheid; hij
deelde in zijn openingsrede mede dat het koninklijke 'Gottesgnadentum'
hem als onaantastbaar principe gold. Toen de Maartrevolutie in
Berlijn uitbrak, was de koning onmiddellijk tot concessies
bereid.
Bij een conflict tussen de Duitse Bond en Denemarken over
Sleeswijk-Holstein in de zomer van 1848 steunde Frederik Willem
de actie van het Frankfurter Parlement, maar kort daarop begon
hij zich weer van de liberaal-nationale beweging af te wenden.
Eind 1848 ontbond hij de in mei bijeengekomen Pruisische
Constituante.
Op 28 maart 1849 koos het Frankfurter Parlement Frederik Willem
tot keizer van Duitsland. Na enige aarzeling distantieerde hij
zich echter nu definitief van de liberaal-nationale beweging
door te verklaren dat hij de kroon niet van een
volksvertegenwoordiging maar slechts uit de handen van de andere
Duitse vorsten en soevereinen kon ontvangen. Daarmee had hij de
reactie de overwinning verschaft, maar tevens de Duitse eenheid,
die hij voorstond, onmogelijk gemaakt. Nu kwam hij met een plan
voor een Duitse Unie naar voren: alle Duitse staten behalve
Oostenrijk zouden zich onder Pruisische leiding aaneensluiten,
en dat blok zou dan met de Donaumonarchie tezamen een Duitse
federatie vormen. Deze eenheid moest door de Duitse vorsten
worden tot stand gebracht. Van dit plan kwam niets terecht. In
1857 werd hij krankzinnig. Sindsdien trad zijn broer, de latere
Wilhelm I, als regent op.