Rubriek :
Historische figuren
Frederik Willem van Eeden
Eeden, Frederik
Willem van [letterkunde] (Haarlem 3 april 1860 - Bussum 16 juni
1932), Nederlands schrijver, zoon van de gelijknamige
plantkundige, studeerde medicijnen te Amsterdam, promoveerde
aldaar in 1886 (Kunstmatige voeding bij tuberculose),
bestudeerde in Parijs de psychiatrie, vestigde zich als arts te
Bussum en stichtte samen met A.W. van Renterghem een
psychotherapeutische kliniek te Amsterdam (1887). In zijn
studententijd kwam hij in aanraking met Willem Kloos, Frank van
der Goes, Lodewijk van Deyssel, Albert Verwey e.a. en schreef
hij verscheidene gedichten en enkele blijspelen. Hij was een der
oprichters van Flanor, een letterkundig genootschap waaruit De
Nieuwe Gids is voortgekomen (1885). In de eerste drie
afleveringen van dit tijdschrift publiceerde hij De kleine
Johannes, een symbolisch sprookje dat in boekvorm (1887) grote
opgang heeft gemaakt. Het wordt gekenmerkt door een sterke
natuurliefde, eenvoud en frisheid; deze eigenschappen moeten de
beide vervolgdelen (1905-1906) ontberen, met hun nadrukkelijke
strekking en geforceerde allegorie. In de vroege Nieuwe
Gids-tijd schreef Van Eeden ook een bundel vermakelijke
parodie�n op de gangbare huiselijke en stichtelijke dichtkunst:
Grassprietjes (1885), onder het pseudoniem Cornelis Paradijs.
Mede door de opmerkelijke studies en essays die hij in De Nieuwe
Gids publiceerde (o.a. over Gorters Verzen en over Van Gogh),
deed Van Eeden zich kennen als een veelzijdig auteur,
ongelijkmatig en onevenwichtig, maar boeiend en dikwijls
verrassend. Zijn veel retorischer boek Johannes Viator (1892)
was aanleiding tot een onder het pseudoniem Lieven Nijland
ingezonden zelfkritiek: een mystificatie die een breuk met Kloos
tot gevolg had. Tot zijn belangrijkste werken behoort het
diepzinnige en tegelijk ironische drama De broeders (1894; later
o.d.t. De broederveete) en de psychologische roman Van de koele
meren des doods (1900; toneelbewerking 1976; verfilming 1982).
In 1898 stichtte Van Eeden te Bussum de productieco�peratie
Walden, genoemd naar Walden, or life in the woods (1854) van
Henry David Thoreau. In een geruchtmakende lezing Waarvan leven
wij? (1898) formuleerde hij zijn kritiek op de kapitalistische
maatschappij en zijn streven naar een ethisch-communistische
gemeenschap. Na de grote spoorwegstaking in 1903 richtte hij de
spaarkas De Eendracht op. Door interne spanningen, maar vooral
door financi�le moeilijkheden met De Eendracht, ging Walden in
1907 te gronde. Het jaar daarop reisde Van Eeden naar de
Verenigde Staten om daar zijn denkbeelden en kolonisatieplannen
te propageren; allengs echter achtte hij zelf deze methode
minder geschikt. Hij zocht een weg in de significa (de leer van
de psychische associaties die aan het taalgebruik ten grondslag
liggen), tezamen met mannen als Luitzen Egbertus Jan Brouwer,
Gerrit Mannoury en Jacob Isra�l de Haan. Gekant tegen de
sociaal-democratische partijvorming en de vakbeweging,
verwachtte hij de maatschappelijke ommekeer van geniale leiders,
'koninklijken van geest', van wie hij er zelf ��n zou zijn. Kort
voor de Eerste Wereldoorlog kwam zo'n kring, waartoe figuren als
Martin Buber en Walther Rathenau hebben behoord, in Berlijn
bijeen. Door de politieke gebeurtenissen daarna, maar evenzeer
door persoonlijke omstandigheden, raakte de oudere Van Eeden
gedesillusioneerd, omdat hij zich miskend voelde als auteur en
als hervormer. In 1922 hoopte hij voor zijn rusteloos zoekende
geest vrede te vinden in de Rooms-Katholieke Kerk. De laatste
jaren van zijn leven kregen door psychische
ziekteverschijnselen, die hij zelf als vakman in heldere uren
ten volle doorzag, een tragische inslag. Op historische afstand
beschouwd, blijft Van Eeden tot de belangrijkste en meest
begaafde auteurs van zijn generatie behoren.