Rubriek :
Plant - algemeen
Fuchsia
Sinds
halverwege de 17de eeuw is Fuchsia al in cultuur. De plant werd
ontdekt door Charles Plumier, die met Surinan een botanische
reis ondernam naar de Antillen, Martinique en Ha�ti. Pas in 1872
nam de Amerikaan Thomass Hogg zaden mee uit de Dominicaanse
Republiek. Het waren zaden van Fuchsia triphylla. Verwonderlijk
is dat de ontdekkers naar het Caribisch gebied reisden, omdat de
meeste wilde soorten in de vochtige wouden van Zuid-Amerika
groeien.
Fuchsia is genoemd naar de Duitse arts Leonard Fuchs.
De meeste door kruising ontstane Fuchsia's zijn niet winterhard
in ons klimaat. Maar ��n soort, Fuchsia magellanica 'Ricartonii',
is voldoende winterhard om permanent een plaats in de tuin te
hebben, mits die op een beschutte plek staat.
Fuchsia's zijn voor de meeste mensen 'zomergoed'. Na afloop van
de zomer belanden de planten op de composthoop. Jammer, want
Fuchsia's zijn met betrekkelijk weinig zorg goed over te houden.
Eind september wordt de plant bijgesnoeid door de jonge scheuten
net boven een bladpaar te toppen. De houtige scheuten worden
alleen gesnoeid om de struikvorm in het hart open te maken.
Wanneer een Fuchsia op stam wordt nagestreefd, dan wordt de
meest centraal gegroeide scheut aangehouden en aangebonden aan
een rechte tonkinstok. Eventuele zijscheuten worden met
tweederde van de lengte ingenomen.
De planten worden met pot en al weggezet op een koele plaats en
er wordt geen water meer gegeven. Pas in maart wordt er opgepot.
Oude grond rondom de wortels voorzichtig verwijderen. Gebruik
voor het oppotten een goede potgrond, waaraan zo mogelijk wat
klei is toegevoegd. De klei zorgt ervoor dat water goed wordt
vastgehouden. Permanent voldoende vocht gedurende het groei- en
bloeiseizoen is een absolute voorwaarde voor mooie Fuchsia's.
Vanaf half april kunnen de planten weer buiten worden gezet.