Rubriek :
							Historische figuren
						
						
							
								Gaius Galerius
							
						
						
							
								 Galerius, Gaius
								Valerius Maximianus (ca. 260 - 5 mei 311), Romeins keizer,
								afkomstig uit Daci�, maakte carri�re in het leger en werd in 293
								schoonzoon van keizer Diocletianus,
								die hem adopteerde en met de titel caesar ( 'onderkeizer' �n
								kroonprins) als mederegent van het oostelijk rijksdeel
								aanstelde, speciaal voor het Donaugebied, later ook aan het
								Perzische front. Waarschijnlijk onder Galerius' inspiratie begon
								in 303 de laatste grote christenvervolging, hier en daar echter
								door plaatselijke machthebbers gesaboteerd. Toen Diocletianus en
								zijn mede-augustus Maximianus in 305 afstand deden, verhieven
								zij Galerius en diens collega in het westen, Constantius Chlorus,
								tot augustus ( 'opperkeizer'); dezen stelden Valerius Maximinus
								Daia (Galerius' neef) en Severus als caesar aan. Na de dood van
								Constantius (306) werd Diocletianus' systeem, de tetrarchie (de
								verdeling van de heerschappij onder vier keizers), doorbroken,
								doordat Constantius' zoon Constantijn I (de Grote) zich in
								Britannia tot augustus liet uitroepen, terwijl Maximianus' zoon
								(en Galerius' schoonzoon) Maxentius met steun van zijn vader
								Itali� op de nominale augustus Severus veroverde (306-307). Na
								een vergeefse expeditie in Itali� om zijn collega te wreken,
								benoemde Galerius, die Constantijn slechts als caesar erkend
								had, in 307 zijn vriend Valerius Licinianus Licinius tot
								augustus, in naam van het westelijk rijksdeel als Severus'
								opvolger, maar in feite met de Donauprovincies als machtsgebied;
								daarop nam Maximinus Daia in Azi� en Egypte eveneens die titel
								aan (308). Op 30 april 311 vaardigde Galerius het
								tolerantie-edict van Serdica (thans Sofija) uit, dat het
								christendom als religio licita (geoorloofde godsdienst) erkende.
Galerius, Gaius
								Valerius Maximianus (ca. 260 - 5 mei 311), Romeins keizer,
								afkomstig uit Daci�, maakte carri�re in het leger en werd in 293
								schoonzoon van keizer Diocletianus,
								die hem adopteerde en met de titel caesar ( 'onderkeizer' �n
								kroonprins) als mederegent van het oostelijk rijksdeel
								aanstelde, speciaal voor het Donaugebied, later ook aan het
								Perzische front. Waarschijnlijk onder Galerius' inspiratie begon
								in 303 de laatste grote christenvervolging, hier en daar echter
								door plaatselijke machthebbers gesaboteerd. Toen Diocletianus en
								zijn mede-augustus Maximianus in 305 afstand deden, verhieven
								zij Galerius en diens collega in het westen, Constantius Chlorus,
								tot augustus ( 'opperkeizer'); dezen stelden Valerius Maximinus
								Daia (Galerius' neef) en Severus als caesar aan. Na de dood van
								Constantius (306) werd Diocletianus' systeem, de tetrarchie (de
								verdeling van de heerschappij onder vier keizers), doorbroken,
								doordat Constantius' zoon Constantijn I (de Grote) zich in
								Britannia tot augustus liet uitroepen, terwijl Maximianus' zoon
								(en Galerius' schoonzoon) Maxentius met steun van zijn vader
								Itali� op de nominale augustus Severus veroverde (306-307). Na
								een vergeefse expeditie in Itali� om zijn collega te wreken,
								benoemde Galerius, die Constantijn slechts als caesar erkend
								had, in 307 zijn vriend Valerius Licinianus Licinius tot
								augustus, in naam van het westelijk rijksdeel als Severus'
								opvolger, maar in feite met de Donauprovincies als machtsgebied;
								daarop nam Maximinus Daia in Azi� en Egypte eveneens die titel
								aan (308). Op 30 april 311 vaardigde Galerius het
								tolerantie-edict van Serdica (thans Sofija) uit, dat het
								christendom als religio licita (geoorloofde godsdienst) erkende.