Gebandeerde beekjuffer
Calopteryx
splendens - familie beekjuffers/Calopterygidae.
De groenachtige vleugels van het mannetje hebben
een brede, blauwzwart glimmende band. Het
lichaam glimt metaalachtig blauwgroen. De drie
laatste achterlijfsegmenten zijn onderaan wit.
Het wijfje heeft geen donkere vleugelbanden,
haar lichaam glimt goudgroen. Volwassen wijfjes
hebben bij de top van de voorvleugels een wit
vlekje. Deze beekjuffer en de bosbeekjuffer zijn
ongeveer vijf cm. lang en hebben een spanwijdte
van zes tot zeven cm. Er is wel degelijk een
verschil tussen beekjuffers en libellen.
Verspreiding : komt voor in heel Europa,
uitgezonderd in het noorden, bij voorkeur bij
traag stromende beken en riviertjes met een
zandige bedding en zonnige oevers.
Watervervuiling, kanalisatie en beschoeiing van
waterlopen hebben tot achteruitgang van de soort
geleid, zodat ze momenteel bedreigd is. De
bosbeekjuffer is het zeldzaamst.
Beekjuffers vertonen een uitgesproken
baltsvertoon. Het mannetje van deze soort
verdedigt een territorium. Wanneer een wijfje
verschijnt, wervelt het mannetje rond haar. Na
de paring legt het wijfje eitjes tussen
waterplanten. De vliegtijd ligt tussen eind mei
en begin september.
Beekjufferlarven herkent men aan de staafvormige
gestalte en de zeer lange poten. Ze leven onder
waterplanten en boomwortels in het oevergebied
van traag stromend water. Tijdens de nacht en in
de schemering jagen ze op kleine diertjes,
waarbij ze zeer langzaam bewegen. Het larvale
stadium duurt twee jaar.
|