Geelkeelschildhagedis
De
Gerrhosaurus flavigularis leeft in grasland en
struikgewas, en wordt 45 cm lang.
Deze soort leeft op de grond en is een graver.
Het groenachtig grijze of bruinachtig gekleurde
lichaam, met een rode of gele keel en vaak een
smalle streep op de flanken is flink gepantserd
met dikke hoornschilden over kop en lichaam, die
op beenplaten bevestigd zijn. De staart is
meestal twee derde van de totale lengte. De
poten zijn goed ontwikkeld, met vijf tenen aan
elke voet. Deze zijn niet speciaal aangepast aan
de gravende levenswijze en de hagedis maakt zijn
tunnels waarschijnlijk vlak na regenval als de
grond nog zacht is. Overdag jaagt hij op
insecten. Hij beweegt zich snel door het gras en
schiet bij het eerste teken van onraad in zijn
hol, gewoonlijk onder een struik. Ondanks zijn
forse afmeting krijgt men hem maar zelden te
zien.
Het wijfje legt vier tot vijf eieren per keer in
een ondiep gat dat ze zelf graaft.
|