De
geelsnaveltok
Orde
: Coraciiformes - familie : Bucerotidae -
geslacht : Tockus en soort : Tockus leucomelas.
Er zijn ongeveer 54 soorten neushoornvogels in
deze familie, verspreid over Afrika ten zuiden
van de Sahara en Azi�.
Klokkend, brommend en krijsend verdedigen
geelsnaveltokken hun territoria in de droge
acaciabossen van Afrika en zenden weerkaatsende
alarmsignalen uit. De op de savannes van
zuidelijk Afrika veelvoorkomende neushoornvogels
zijn gemakkelijk te herkennen aan hun
buitengewoon grote snavel. Daarnaast hebben ze
unieke en zeer gespecialiseerde broedgewoonten.
Met een langzame, golvende vlucht, afgewisseld
met lange glijvluchten, beweegt de geelsnavel
tok zich voort boven zijn bosrijke
verspreidingsgebied. Hij slaakt af en toe een
luide rauwe of keffende ke-ke-ke-kreet. Hij is
normaal gesproken een standvogel en verlaat
alleen zijn territorium als hij elders een
gebied ontdekt waar veel voedsel te vinden is.
's Morgens verzorgt de tok graag zijn verenkleed
in de zon. Overdag brengt hij veel tijd door op
de grond en rent in het rond met zijn staart in
de lucht; nu en dag springt hij naar een bosje
om de grond af te speuren. s' Middags neemt hij
vaak een zandbad om af te koelen en zichzelf
schoon te maken. De tok kan wel tien kilometer
afleggen per dag om voedsel te zoeken en keert
tegen zonsondergang terug.
Een paartje geelsnaveltokken vertoont zich aan
elkaar in hun territorium. Het mannetje maakt
het vrouwtje het hof door haar voedsel aan te
bieden dat hij in zijn snavel draagt. Nadat ze
vlakbij het nest - een holle boom of een oud gat
van een specht - gepaard hebben, bekleden de
vogels hun nest met droge bladeren. Daarna sluit
het vrouwtje alle toegangsgaten af en vult
geleidelijk de hoofdingang op met aarde en
speeksel, mest of klei. Tot slot wurmt het
vrouwtje zich naar binnen met haar gezicht naar
de opening en sluit deze verder af tot er alleen
nog een smalle spleet over is waar ze haar
snavel door kan steken. Ze moet dan volledig op
het mannetje vertrouwen voor voedsel terwijl ze
zich op het moederschap voorbereidt.
Vijf dagen na de voltooiing van het nest legt ze
haar eieren en ze broedt deze in maximaal vier
weken uit. Als de kuikens ongeveer vier weken
oud zijn, breekt de moeder het behulp van haar
snavel uit het nest. De jongen maken het nest
weer dicht en blijven daar tot ze volwassen zijn
en kunnen vliegen.
Deze vogel zoekt zijn voedsel op de grond,
waaronder knaagdieren, slangen, hagedissen,
kikkers, termieten, mieren, duizendpoten en
insectenlarven. Soms werken tokken samen om een
grote slang te doden. De tok rooft eieren en
kuikens en vult zijn dagelijks dieet aan met wat
vruchten en zaden.
|