De
gehoornde slijmvis
De gehoornde slijmvis of
Parablennius gattorugine.
Beschrijving
Rugvin met twaalf tot veertien stekels en
zeventien tot twintig vinstralen, anaalvin met
twee stekels en 19-23 vinstralen; borstvinnen
met veertien tot vijftien vinstralen; buikvinnen
met ��n stekel en twee tot drie vinstralen.
Geelbruin tot bruin met zeven of meer verticale,
donkere banden op de flanken. Franjevormige
tentakel boven elk oog. Kaken met ��n rij kleine
tandjes. Gehoornde slijmvissen komen in de
noordoostelijke Atlantische Oceaan voor langs
ondiepe rotskusten van Spanje en Portugal, tot
de Ierse en Britse west- en zuidkusten.
Noorderlijker worden zij ook bij grote wieren
aangetroffen. Zij zetten hun eieren, die door de
mannetjes worden bewaakt, in maart en april af
in rotsspleten. Met de borstvinnen wordt
zuurstofrijk water naar de eieren gewaaierd. Ze
eten voornamelijk zeeanemonen, weekdieren en
wormen.
Lengte
Maximaal 30 cm.
Verspreiding
Noordoost-Atlantische Oceaan langs rotskusten.
Langs de Nederlandse kust vrij zeldzaam. De
gehoornde slijmvis is na de Tweede Wereldoorlog
- op enkele exemplaren na - niet meer langs onze
kust aangetroffen totdat zij in de laatste
decennia van de vorige eeuw in de Zeeuwse
wateren herhaaldelijk door duikers werd
gefotografeerd.
|