Gelada
Groep : op het land levende
zoogdieren
Pronkend
met een ruige mantel va haar en een felrode kale
plek op de borst, is de gelada ��n van de
markantste bavianen. Ook is hij ��n van de
sociaalste. Hij is gehard en schuw en
uitsluitend te vinden in de afgelegen bergen van
Noord-Ethiopi�. Maar ook daar wordt hij steeds
zeldzamer.
De gelada leeft in troepen van soms wel 350
dieren, opgedeeld in groepjes van ongeveer een
half dozijn. Sommige troepen bestaan uit
vrijgezelle mannetjes, andere uit een volwassen
mannetje en twee tot drie verwante vrouwtjes en
hun kroost. Tijdens de nacht kan de temperatuur
tot beneden het vriespunt dalen en gaan
luipaarden, hyena's en jakhalzen op roof uit. De
gelada's kruipen dan bij elkaar op bijna
verticale rotswanden voor warmte en veiligheid.
Om beurten houden ze de wacht terwijl de rest
slaapt. 's Ochtends besteden ze enkele uren aan
socialiseren; langer dan alle andere primaten.
Deze bavianen roepen luid naar elkaar en vlooien
elkaar grondig om hun sterke banden te
bekrachtigen. Als twee bevriende gelada's elkaar
ontmoeten, raken ze elkaars neus aan bij wijze
van begroeting.
Als een mannetjesgelada rond zijn vijfde jaar
volwassen wordt, kan hij een ouder mannetje
uitdagen en diens harem betwisten. Rivalen
intimideren elkaar door hun kale borst uit te
zetten en met hun kop te schudden. Daarbij tonen
ze hun lichte oogleden en krullen hun bovenlip
op om hun tanden te laten zien. Een gevecht
volgt, tenzij er ��n bakzeil haalt en in
onderwerping zijn billen toont. De vrouwtjes
kiezen dan met welk mannetje ze willen leven. De
band tussen de vrouwtjes onderling is veel
sterker dan de band die ze met een mannetje
aangaan. Een vrouwtje werpt meestal in de lente,
die samenvalt met het regenseizoen. De band
tussen moeder en dochter is blijvend, die met
haar zoon duurt tot hij volwassen wordt.
Fossielen tonen aan dat er ooit verscheidene aan
de gelada verwante soorten verspreid over Afrika
voorkwamen. Waarschijnlijk zijn ze door
overbejaging uitgestorven. Ook op de enige
overlevende, de gelada, wordt al eeuwenlang
jacht gemaakt. Ondanks een officieel jachtverbod
is het aantal gelada's gedaald van ongeveer
600.000 in de jaren zeventig tot een tiende
daarvan nu. De gelada loopt het risico te worden
afgeschoten als hij de landbouwgewassen
plundert, maar ziet zijn weiden plaatsmaken voor
eucalyptusplantages. Hoewel de populatie terug
blijft lopen, leven de meeste apen nu echter in
het nationaal park Simen. Hier genieten ze
volledige offici�le bescherming, zodat de
vooruitzichten niet echt somber zijn.
De gelada eet voornamelijk gras, wat uniek is
voor een primaat. Hij verwijdert zich behoedzaam
nooit meer dan een paar kilometer van zijn
slaapplaats. Gezeten op zijn billen plukt hij de
ene halm na de andere met zijn vingers,
zorgvuldig de lekkerste selecterend. Hij kauwt
ze grondig om er zoveel mogelijk voedzame
stoffen uit te halen. Als de gelada een stuk wei
heeft afgegraasd, schuifelt hij op z'n kont naar
het volgende stuk. Op deze manier kan op op ��n
middag verscheidene honderden meters afleggen.
|