De
gemarmerde graafkikker
De
Hemisus marmoratus leeft in open terrein bij
poeltjes en wordt tot vijf cm lang.
Dit is een dikke, plompe kikker met een kleine
puntige kop met verharde snuitpunt, die voor het
graven gebruikt wordt. Hij graaft zich met zijn
kop in de bodem, waarbij zijn sterke voorpoten
de aarde wegkrabben. Men ziet hem zelden boven
de grond, hoewel hij zich snel over het land kan
voortbewegen.
In de paartijd zitten de mannetjes in kleine
holletjes, liefst in de modder, waar ze roepen
om de wijfjes te lokken. Het wijfje graaft een
ondergronds hol, waarin ze haar grote eieren,
elk omgeven met een dikke gelatineuze laag,
legt. Wanneer de larven na tien tot twaalf dagen
uitkomen, graaft het wijfje, dat bij de eieren
is gebleven, een tunnel naar het water. De
larven kruipen hierdoor en ontwikkelen zich
verder in het water.
|