Gemarmerde
salamander
De
Ambystoma opacum leeft ten oosten van de Vs. :
New Hampshir'e tot Florida, westelijk tot Texas.
Hij leeft in bosachtig terrein, een drassige
omgeving en hogere, droge grond. Zijn lengte
bedraagt negen tot 12,4 cm.
De stevige gemarmerde salamander heeft een
lichte vlekkentekening op een donkere
ondergrond, waaraan hij zijn naam te danken
heeft. De vlekken van het mannetje zijn
helderder dan die van het wijfje; jonge dieren
zijn donkergrijs tot bruin met lichte vlekken.
Tijdens de nacht komt de salamander te
voorschijn om naar naaktslakken en wormen te
zoeken, maar voor het licht wordt verbergt hij
zich weer onder een boomstam of steen, waar hij
de verdere dag verblijft.
De voortplantingstijd is van september tot
december, afhankelijk van de breedtegraad; ze
paren en leggen eieren op het land. De wijfjes
leggen zo'n tweehonderd tot vijfhonderd eieren
los van elkaar in een ondiep kuiltje in de
grond, dat later met regenwater gevuld zal
worden. Tot het zover is, ligt de salamander om
de eieren heen gekruld om ze te beschermen.
Enkele dagen nadat de regen ze overspoeld heeft,
komen de larven te voorschijn. Is de regenval
onvoldoende om het kuiltje te vullen, dan zullen
de eieren pas het volgend voorjaar uitkomen. De
larven metamorfoseren na vier tot zes maanden.
|