W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Paddestoelen
 

Gerimpelde russula

Russula olivacea
De plaatjes zijn gelig tot okergeel en nooit wittig. De steel is aanvankelijk wittig; met de tijd krijgt hij paarsroze tot paarsrode vlekken. De hoed is zeven tot twintig cm breed, erg vlezig, hard en stevig; de rand is niet gegroefd. Het oppervlak is bij vochtig weer plakkerig en bij droog weer fluwelig en dof. De hoed is olijfkleurig, olijfbruin, paars tot paarsrood en vertoont dikwijls okerkleurige vlekken. De plaatjes zijn breed, van gelijke lengte, vaak gevorkt, teer, meestal gelig en soms zelfs vlokkig. De steel, zes tot twaalf cm lang en twee tot vier cm dik, is bij jonge exemplaren smal knotsvormig en hard en bij oude exemplaren cilindrisch en sponzig. Het oppervlak is iets geribbeld en berijpt. Het vlees is in het begin hard en stevig, later teerder. Het is vrij droog, wittig, vaak rozig onder het hoedvlies en gelig in de steel; het heeft een neutrale geur en een zachte smaak.
Deze russula's groeien van juli tot oktober in loof- en naaldbossen. U kan ze vinden van het laagland tot in heuvelachtige gebieden; plaatselijk komen ze veel voor. Deze paddestoel is eetbaar en zeer smakelijk, met name als hij vers gegeten wordt.
 

� 2006 - WORLDEXPLORER
Google