Gewone
spitsmuis
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
gewone spitsmuis brengt elk wakker uurtje door
met het fanatiek zoeken naar voedsel. Hij stouwt
een leven aan ervaring in iets meer dan een
jaar. Dit ijverige roofdiertje heeft een klein
lijf dat snel energie verliest, zodat het
constant moet worden gevoed met kruipende
insecten. Pas als de spitsmuis sterkt, wordt de
vicieuze cirkel van eten om te leven en leven om
te eten doorbroken.
Het voedsel van de gewone spitsmuis bestaat
voornamelijk uit kleine ongewervelde dieren,
zoals kevers en spinnen, maar ook uit slakken en
aardwormen. De spitsmuis knabbelt als het moet
zelfs de mijten van zijn eigen vacht. En wat de
muis niet meteen op kan, begraaft hij en bewaart
hij voor later. In 24 uur moet een spitsmuis
negentig procent van zijn eigen lichaamsgewicht
eten, een zogende moeder zelfs 150 procent. Een
huismuis eet bijvoorbeeld maar een kwart van
zijn gewicht. De grote hoeveelheid voedsel is
nodig, omdat de spitsmuis een groot oppervalk
heeft ten opzichte van zijn volume, waardoor de
muis dus snel lichaamswarmte verliest. Oude
spitsmuizen sterven vooral als de tanden
versleten zijn of ze hun territorium niet meer
kunnen verdedigen.
Alleen tijdens het paren komen spitsmuizen bij
elkaar en zelfs deze korte ontmoeting in de
lente of de zomer gaat er niet erg vriendelijk
aan toe. Het vrouwtje slaat de avances van het
mannetje meerdere keren af voordat ze zich
gewonnen geeft, en na het paren verjaagt ze hem
voorgoed. Het drachtige vrouwtje holt een rond
nest van zachte grassoorten uit om te werpen. De
naakte, blinde jongen groeien snel van de
moedermelk en al na drie weken eten ze hun
eerste vaste voedsel. Minden dan ��n week later
gaan ze zelf op jacht. Het vrouwtje zal daarna
nog drie worpen doen, maar het aantal jongen
daalt naarmate het seizoen vordert. De jongen
worden in de winter geslachtsrijp, maar slechts
twintig tot dertig procent jongt uiteindelijk
zelf.
De gewone spitsmuis is in zijn onophoudelijke
speurtocht naar voedsel dag en nacht actief, met
als spitsuur het midden van de ochtend en laat
in de avond. Na twee tot drie uur jagen rust de
spitsmuis even uit en doet soms zelfs een dutje
van enkele minuten. Dan snel weer aan de slag.
De spitsmuis volgt vaste routes door het dichte
kreupelhout en volgt de sporen gemaakt door
woelmuizen of klautert gewoon over de grond
zonder enig richtingsgevoel. Het voedsel moet
verdedigd worden en spitsmuizen zijn heel
territoriaal. Een volwassen muis struint een
gebied van vierhonderd tot zeshonderd vierkante
meter af, dat hij met hand en tand verdedigt. De
gewone spitsmuis gaat van tijd tot tijd op z'n
zij liggen, krult zich vervolgens op en begint
aan een heel bijzondere karwei : hij likt aan
zijn anus en scheidt daardoor een melkwitte
vloeistof af die hij opeet. Op die manier krijgt
de muis enkele belangrijke voedingsstoffen
binnen die niet in zijn normale voeding van
ongewervelde dieren zitten. De dwergspitsmuis
vertoont hetzelfde gedrag. Ook Europese konijnen
doen iets dergelijks en eten om dezelfde redenen
hun eigen uitwerpselen.
|