De
gewone wombat
Orde
: Diprotodontia - familie : Vombatidae -
geslacht : Vombatus en soort : Vombatus ursinus.
Wombats behoren tot de Vombatidae-familie en
komen oorspronkelijk uit Australi� en Tasmani�.
De wombat lijkt op een kleine beer, vandaar ook
zijn naam, ursinus, wat beer betekent. De gewone
wombat gebruikt zijn enorme voorpoten en lange
klauwen om holen te graven in de grond. Dit
gedrongen buideldier overleeft op energiearm
voedsel van grassen en andere vegetatie en
brengt veel van zijn tijd ondergronds door. Hij
komt alleen 's nachts naar buiten om te grazen.
Dit solitaire buideldier leeft zowel in beboste
gebieden van heuvelachtig, rotsachtig
kustgebied, tot op de hei. De wombat graaft zijn
hol uit op een plek bij een sloot of kreek. Hij
graaft met zijn enorme voorpoten, schopt de
losse aarde achter zich met zijn achterpoten, en
werkt de hoop aarde weg met zijn grote
achterwerk. Binnenin kan het hol maar twee meter
diep zijn, of wel dertig meter diep, afhankelijk
van het feit of het gebruikt wordt als
vluchtroute of als woon- en verblijfplaats.
Ieder hol wordt maar door ��n wombat bewoond,
maar het leefgebied van individuele dieren kan
elkaar overlappen en ze kunnen elkaars holen
bezoeken.
In tegenstelling tot de meeste grote gravende
zoogdieren, voedt de gewone wombat zich vooral
met plantaardig voedsel. Hij graast tijdens de
nacht en eet voornamelijk grassen, de wortels
van struiken, de bast en bladeren van bomen en
paddestoelen. Grijpend en trekkend met zijn
voorpoten, kan de wombat vegetatie naar zijn bek
brengen. Daarna bijt hij een mondvol vezelrijk
voedsel af met zijn scherpe snijtanden en kauwt
met een malende beweging van zijn kaken. Ter
compensatie voor de constante slijtage door zijn
stevige voedsel, blijven de tanden van de wombat
tot aan zijn dood doorgroeien.
Normaal zijn wombats geen sociale dieren, maar
het mannetje en vrouwtje zoeken elkaar op
wanneer de vrouwtje tochtig zijn. Na een
draagtijd van ongeveer 21 dagen, werpt het
vrouwtje een klein, onontwikkeld jong, dat in
haar naar achter staande buidel kruipt en
zichzelf vastzuigt aan ��n van haar twee tepels.
Het jong blijft zes tot zeven maanden in de
buidel, en wordt gezoogd. Daarna gaat hij op
onderzoek uit, maar blijft in zijn moeders buurt
en zal nog verscheidene maanden terugkeren naar
haar buidel. Het jong wordt gezoogd tot het
ongeveer ��n jaar oud is en met ongeveer 18
maanden is het volledig onafhankelijk.
Het leefgebied van de wombat is door de jaren
heen gekrompen en hij komt niet langer voor op
de eilanden van de Bass Straat, behalve op het
Flinders-eiland. Hij komt echter nog steeds
veelvuldig voor in grote delen van het
vasteland. In delen van Australi�, zoals
Victoria, is hij niet wettelijk beschermd en
wordt er op hem gejaagd door boeren die hem als
een plaag zien.
|