Rubriek :
Historische figuren
Giacomo Puccini
Puccini, Giacomo (Lucca
23 dec. 1858 - Brussel 29 nov. 1924), Italiaans componist, was
de meest succesvolle Italiaanse operacomponist in de periode na
Giuseppe Verdi. Hij was afkomstig uit een geslacht van musici en
was leerling van o.a. Bazzini en Ponchielli aan het
conservatorium te Milaan. Zijn eerste belangrijke succes boekte
hij met de opera Le villi (1884), waarin behalve melodische
begaafdheid, kleurrijke instrumentatie en niet geringe fantasie
ook enkele kenmerken van het verisme naar voren komen. Zijn
tweede opera, Edgar (1889; naar A. de Musset), was - mede door
de kwaliteit van het tekstboek - minder geslaagd. Daarentegen
betekende Manon Lescaut (1893; A. Fr. Pr�vost) de opmaat tot de
reeks opera's die een hoogtepunt in zijn oeuvre vormen: La
Boh�me (1896), Tosca (1900), Madama Butterfly (1904). Met name
La Boh�me geldt als een van de markantste voorbeelden van de
late romantiek op muziekdramatisch gebied.
La fanciulla del West (1910), gecomponeerd voor New York bij een
Wild-Westdrama, is experimenteel van karakter en draagt de
sporen van een poging de eigentijdse vernieuwingen op
compositorisch en dramatisch gebied in eigen idioom in te
passen, een streven dat in meer of mindere mate al zijn latere
opera's kenmerkt, speciaal zijn zwanenzang, Turandot (voltooid
door F. Alfano naar nagelaten schetsen, 1926), waarin het koor
een zeer belangrijke rol krijgt en waarin polytonale passages en
het gebruik van Chinese motieven, zoals de pentatoniek,
opvallen. Zijn niet voor toneel geschreven werken zijn van
ondergeschikt belang.
Hoewel Puccini veelal beschouwd wordt als een exponent van het
verisme, heeft hij daarmee slechts het impulsieve en de voorkeur
voor de onverhulde uitdrukking van menselijke hartstochten
gemeen; anders dan de veristen situeerde hij zijn opera's in het
verleden of in exotische gebieden. De warmbloedige melodie�n,
het melodramatische recitatief en de meeslepende dramatiek
hebben zijn beste werken een ongekende populariteit bezorgd,
ondanks de dikwijls zwakke libretto's (van o.a. L. Illica, G.
Giacosa, G. Forzano en G. Adami).