Het
gilamonster
Orde
: Squamata - familie : Helodermatidae - geslacht
: Heloderma en soort : Heloderma suspectum. Het
enige lid van deze familie is de giftige
korsthagedis, die iets groter is dan het
gilamonster.
E�n van de enige twee giftige hagedissen ter
wereld, het gilamonster, is een groot op de
grond levend reptiel dat zijn naam dankt aan het
Gila-rivierbassin in Arizona, in de Verenigde
Staten. Hij leeft gewoonlijk in rotsachtige
woestijngebieden met verspreid groeiende
cactussen, struiken, kleine johannesbroodbomen
en grassen.
Gilamonsters zijn in het wild niet makkelijk te
observeren, deels omdat ze een winterslaap
houden. In de lente komen ze te voorschijn uit
hun schuilplaatsen en vertonen al hun
belangrijkste activiteiten in maar een paar
maanden : paringsrituelen, paring, eieren leggen
en het opbouwen van lichaamsvet. Zelfs in deze
periode brengt het gilamonster de meeste tijd
opgekruld door in een vochtig hol. Hij is het
actiefst op de vroege morgen, tegen
zonsondergang, of soms tijdens de nacht. Hoewel
hij zich over het algemeen langzaam beweegt, kan
hij makkelijk draaien naar aanvallers en dan een
zijdelingse beet uidelen. De hagedis houdt prooi
stevig vast, hij beweegt zijn kaken van de ene
naar de andere kant om het gif uit klieren in
zijn onderkaakt te laten lopen. Het gif wordt
afgescheiden in de mond, en dringt de wonde van
het slachtoffer binnen.
Het gilamonster is geen snelle jager. Zelfs als
hij haast heeft, doet hij het niet veel beter
dan een langzame, hotsende waggelaar. Dit
betekent dat snelle prooi niet op z'n menu
staat, zodat het voedsel van de hagedis vooral
bestaat uit eieren en kleine vogels en
zoogdieren, en hij dus zelden gif nodig heeft om
ze te onderwerpen. Ze lokaliseren hun prooi
vooral door geur en geluid, ze pikken geursporen
op met de tong.
Mannetjes houden hevige gevechten om de aandacht
van vrouwtjes te trekken. Wedstrijden nemen de
vorm aan van worstelpartijtjes. De verliezer
druipt af, zodat de winnaar vrij is om met ieder
vrouwtje dat hem wil te paren. Ongeveer zes tot
zeven weken na de paring legt ze ��n enkel
broedsel van drie tot dertien leerachtige eieren
in een hol dat ze in de grond heeft gegraven op
een zonnige plaats. Daarna bedekt zij ze en
vertrekt. Ze laat de eieren uitbroeden door de
hitte van de zon. De eieren overwinteren in de
grond, en de jonge gilamonsters komen zo'n tien
maanden later, tijdens de volgende lente uit hun
nest. Ze kunnen onmiddellijk voor zichzelf
zorgen.
Vanaf de tijd van de eerste Europese kolonisten
in Noord-Amerika werd er op het gilamonster
gejaagd en werd hij vervolgd vanwege zijn
giftige beet. De rode lijst van bedreigde
soorten van het IUCN (Internationale Unie voor
het Behoud van de Natuur) classificeert de
hagedis nu als kwetsbaar.
|