Glansslangen
De glansslang, Arizona elegans,
komt in Noord-Amerika veel voor. Er wordt een
aantal ondersoorten erkend, hoewel vele moeilijk
van elkaar te onderscheiden zijn tenzij er
betrouwbare gegevens over hun herkomst
beschikbaar zijn. Ze worden allemaal ongeveer
��n meter lang, soms iets langer, en zijn
roomkleurig of lichtgrijs met geelbruine of
bruine vlekken. De lichte kleuring geeft de
slang een bleek aanzien. Ze is nauw verwant aan
de gofferslang (geslacht Pituophis) en de
rattenslang (geslacht Elaphe), waarvan zij
verschilt door haar gladde, glanzende schubben.
In tegenstelling tot veel gofferslangen bijt
deze slang vrijwel nooit.
Glansslangen doen het in gevangenschap
gewoonlijk goed en accepteren gemakkelijk muizen
in plaats van hun natuurlijke dieet, dat
waarschijnlijk voor het grootste deel uit
hagedissen bestaat. Het zijn nachtelijke
woestijnslangen die op precies dezelfde manier
behandeld kunnen worden als gofferslangen,
rattenslangen, enzovoort, maar er zijn weinig
gegevens over de fok beschikbaar, aangezien ze
om de ��n of andere reden niet erg geliefd zijn
bij slangenhouders. De voorwaarden die gelden
voor de voortplanting van verwante soorten,
gelden ook voor deze slang.
|