Gouden leeuwaapje
Groep : op het land levende
zoogdieren
Het
kleine gouden leeuwaapje is even groot als een
eekhoorn, glanst als een zeldzaam sieraad in het
gefilterde boslicht en beweegt zich als een
acrobaat tussen de takken van het Atlantische
regenwoud in Brazili�. Een voorbeeldig
ouderschap en een intensief
beschermingsprogramma moeten deze kleine,
actieve primaat voor uitsterven zien te
behoeden.
Het gouden leeuwaapje leeft in het Atlantische
kust-regenwoud met lange, hoge bomen. Het
diertje heeft een voorkeur voor het
middenniveau, ongeveer drie tot tien meter boven
de grond, waar het zich goed thuisvoelt tussen
de parasitaire boomplanten die allemaal een
sprankje licht proberen op te vangen. Dit
netwerk van groen biedt bescherming, maar ook
voedsel en water. Het leeuwaapje slaapt tijdens
de nacht in een holle boom en leeft in groepen
van twee tot elf dieren, met een gemiddelde van
drie tot zeven verwante exemplaren. Een groep
bestaat meestal uit een dominant paartje en
nageslacht van verschillende leeftijden, hoewel
soms ook niet-verwante dieren worden aanvaard.
De groep is zeer territoriaal en verdedigt een
gebied van zo'n veertig hectare met belangrijke
voedselbronnen als fruitbomen. Naast
geurmarkeringen helpen rituele kreten de
territoriale rechten te waarborgen en gevechten
te voorkomen.
Binnen een groep plant meestal alleen het
dominante paartje zich voort. De paartijd is zo
getimed, dat de jongen geboren worden in de
warme, natte maanden tussen september en maart.
Het vrouwtje brengt vrijwel altijd een tweeling
ter wereld. De jongen wegen elk zo'n zestig
gram. Na enkele dagen schiet de vader te hulp.
Hij neemt de rol van verzorger op zich en levert
de kleintjes geregeld bij het vrouwtje af om te
drinken. Ook de andere groepsleden helpen bij de
verzorging. Na drie maanden worden de jongen
niet meer gezoogd.
Gouden leeuwaapjes kwamen ooit in de hele
Braziliaanse staat Rio de Janeiro voor. In de
twintigste eeuw ging echter 93 procent van hun
leefgebied aan landbouw en veeteelt verloren. Ze
werden ook gevangen als huisdier of verdwenen
als proefdier naar laboratoria. Na het opzetten
van een speciaal programma zijn er nu iets meer
dan vijfhonderd exemplaren in 150 dierentuinen
over de ganse wereld. De in het wild levende
populatie is naar schatting op 560 exemplaren
gebracht.
Vruchten, zoals wilde vijgen, staan boven aan de
menukaart, gevolgd door alle kleine diertjes die
ze te pakken kunnen krijgen. Leeuwaapjes eten
veel insecten, spinnen, slakken, vogeleieren en
jonge vogels en daarnaast kleine zoogdieren
zoals muizen. Als een bepaalde fruitboom rijp
is, gaan de leden van een groep er samen van
eten. Verder verspreiden ze zich om op
gehoorafstand te foerageren.
|