De
goudfazant
Orde
: Falliformes - familie : Phasianidae - geslacht
: Chrysolophus en soort : Chrysolophus pictus.
Goudfazanten behoren tot de kraagfazanten van
het geslacht Chrysolophus. Het enige andere lid
is de Lady Amherstfazant, die ook inheems is in
China.
Met zijn bonte kleuren, waaiervormige kraag en
lange staart is de mannetjesgoudfazant ��n van
de markantste vogels ter wereld. Hij gebruikt
zijn verenkleed om in de baltstijd indruk te
maken op het vrouwtje. Slechts weinig mensen
krijgen echter de kans om getuige te zijn van de
paringsrituelen van de goudfazant. Hij leeft
namelijk in afgelegen berggebieden met dicht
struikgewas.
Goudfazanten leven in het dichte struikgewas van
Midden-China, waar ze bamboebosjes opzoeken die
beschutting bieden. Deze vogels kunnen goed
vliegen, maar verlaten zelden de grond om niet
gezien te worden door roofvogels. In plaats
daarvan schieten ze snel door het kreupelhout en
over omgevallen bomen. Als ze gevaar bespeuren,
rennen de kleurrijke mannetjes altijd naar de
dichtstbijzijnde schuilplaats. De saaier
gekleurde vrouwtjes blijven roerloos liggen,
omdat hun gespikkelde bruine veren hen vrijwel
onzichtbaar maken tegenover de achtergrond.
Goudfazanten leven in paren of kleine groepen.
Ze eten en nestelen op de grond. 's Nachts
slapen ze in de bomen, ver van het gevaar.
In juli en augustus gebruiken mannetjes hun
kleurenpracht om een partner in te palmen. Een
mannetje voert een ingewikkeld paringsritueel
uit. Hij trippelt in grote cirkels om het
vrouwtje heen en snijdt haar de pas af als ze
probeert te ontsnappen. Als het vrouwtje stil
blijft staan, laat het mannetje zijn halskraag
uitwaaieren en spreidt hij zijn staartveren met
de scharlakenrode punten. Hij gaat net zo lang
door met om haar heen te cirkelen tot ze het
opgeeft. Tijdens het paren pikt het mannetje het
vrouwtje hard op haar kop, waarbij hij vaak
veren verwijdert. Na afloop wringt het vrouwtje
zich los en het mannetje verlaat haar meteen.
Het grootbrengen van de jongen laat hij helemaal
aan haar over. Na een eenvoudig nest te hebben
gebouwd in dicht struikgewas, legt het vrouwtje
tot vijftien roomwitte eieren. De volgende 22
dagen brengt ze bijna volledig door met broeden.
Een groot deel van de dag brengt de goudfazant
op de grond door om naar voedsel te zoeken.
Zowel de mannetjes als de vrouwtje zijn
uitgerust met sterke klauwen die erg geschikt
zijn om mee te krabben en te schrapen. Ze
doorwoelen de losse bovenlaag van de bosgrond op
zoek naar zowel insecten, wormen en larven als
naar sappige wortels en zaden. Met hun sterke
snavels pikken ze naar ieder hapje. Ook
gebruiken ze hun snavel om de bladeren, knoppen
en bloemen van kleine struiken af te happen, met
name van de dwergbamboe.
|