De
grasparkiet
Orde
: Psittaciformes - familie : Psittacidae -
geslacht : Melopsittacus en soort : M. undulatus.
Als enige lid van het geslacht Pelopsittacus
maakt de grasparkiet deel uit van de
papegaaienfamilie.
Grasparkieten zijn kleine leden van de
papegaaienfamilie. Ze leven in uiteenlopende
leefgebieden in het Australische binnenland,
maar altijd in de buurt van water. Deze in
groepen levende vogels doen niets liever dan
hoog in een boom gezeten hun lichtgroene veren
poetsen. Hoewel ze in het wild allemaal
hetzelfde gekleurd zijn, kunnen ze in
gevangenschap vele verschillende kleuren hebben.
Als sociaal groepsdier maakt de grasparkiet het
grootste deel van zijn leven deel uit van een
grote, nomadische zwerm. Tijdens de nacht roest
de zwerm in bomen, om kort na zonsopgang weer
uit te vliegen, op zoek naar voedsel. De
bewegingen van deze vogels en hun broedgewoontes
hangen sterk af van de seizoensgebonden regens.
Ze trekken overal heen waar vers water is. In
gebieden zonder bomen biedt het groepsleven deze
kleine papegaai bescherming tegen zijn grootste
belagers, roofvogels zoals haviken. Voor ze
neerstrijken, verzamelen de grasparkieten zich
en cirkelen razendsnel om de bomen, draaiend en
duikelend en naar elkaar schreeuwend.
Grasparkieten zijn de bekendste kooivogels ter
wereld. Ze komen in hun hele Australische
verspreidingsgebied zoveel voor in het wild dat
de handel in deze vogels niet beperkt is. Dit in
tegenstelling tot de meeste papegaaisoorten. Men
neemt aan dat de grasparkiet op het einde van de
achttiende eeuw werd ontdekt, om in de
negentiende eeuw furore te maken als huisdier.
Halfweg de negentiende eeuw werd de vogel voor
het eerst in gevangenschap gefokt.
Net als andere papegaaien heeft deze vogel een
stevige kromme snavel, bij uitstek geschikt voor
het pikken, splitsen en pellen van zaden. De
grasparkiet foerageert op de grond. Hij eet het
liefst kleine zaden zoals van beemdgras en
landbouwgewassen, maar ook wel de malse jongen
knoppen en scheuten van eucalyptusbomen. Zaden
zijn buitengewoon rijk aan voedingsstoffen en
verschaffen alle energie die deze kleine vogel
nodig heeft. Grasparkieten foerageren verspreid
over de dag; in de middag schuilen ze voor de
hete zon. Ze moeten geregeld drinken, dus
blijven ze altijd in de buurt van een waterbron.
Als het druk is op de oever, kunnen ze ook
rechtstreeks op het water landen, en dat doet
geen enkele papegaai hen na.
Gewoonlijk vormen deze vogels paren voor het
leven, waarbij ze hun band versterken door
elkaars veren te poetsen en met speciale
kreetjes. Ze broeden ��n en soms twee keer per
jaar in een willekeurige maand na hevige
regenval, als er veel voedsel te vinden is.
Tijdens het broeden en de eerste week erna
brengt het mannetje het vrouwtje voedsel. De
eieren komen op verschillende momenten uit. Tot
de jongen volgroeid zijn worden ze gevoed door
beide ouders. Grasparkieten zijn met zes maanden
geslachtsrijp.
|