De
grauwe poon
De grauwe poon of Chelidonichthys
gurnardus.
Beschrijving
Eerste rugvin met zeven tot tien stekels, tweede
rugvin met achttien tot twintig, anaalvin met
zeventien tot twintig vinstralen; borstvinnen
met tien tot elf door vinvlies verbonden en drie
vrije stralen; 69-77 schubben op de zijlijn.
Lichaam bruingrijs met witte vlekjes, onderzijde
vuilwit. Eerste rugvin met donkere vlek. Vrij
slank lichaam, spitse snuit, recht snuitprofiel.
Zijlijn met scherpe, stekelige schubben. De
grauwe poon is de meest algemene poonsoort van
de Noordzee en wordt vooral door Deense vissers
als bijvangst gevangen van januari tot mei.
Grauwen ponen paaien tussen april en september,
bij voorkeur op diepten van twintig tot vijftig
meter. Ze eten voornamelijk kleine
kreeftachtigen en kleine bodemvissen.
Lengte
Maximaal 50 cm.
Verspreiding
Atlantische kusten van Noord-Afrika en
West-Europa, Noordzee en Oostzee. Langs de
Nederlandse kust algemeen, voornamelijk
gedurende de zomer.
|