De grijze
walvis
De
grijze walvis is de enige soort binnen zijn
familie maar deelt een aantal kenmerken met
walvissen uit andere families. Orde : Cetacea -
familie : Eschrichtiidae - geslacht :
Eschrichtius - soort : Eschrichtius robustus.
Ondanks zijn reusachtige, ontzagwekkende
verschijning is de grijze walvis doorgaans
tamelijk passief. Hij zal zich echter fanatiek
verdedigen als hij wordt aangevallen. Vandaar
zijn bijnamen hardhoofd en duivelsvis. Ieder
jaar maakt deze walvis ��n van de langste
migratiereizen van alle zoogdieren. De heen- en
terugreis tussen de poolwateren en de warme
kustwateren van Californi� en Mexico beslaat
zo'n 20.000 km.
Grijze walvissen zijn actieve dieren. Ze staan
bekend om hun specifieke kunstjes : met hun
staart op het water slaan, en uit het water
opspringen en landen met een grote plons.
Tijdens de zomer foerageren grijze walvissen in
de zee�n tussen Alaska en Siberi�. Ze slaan
genoeg vet op om de winter vastend door te
brengen. Als de wateren in oktober beginnen
dicht te vriezen, trekken ze naar het zuiden.
Migrerende walvissen zwemmen dicht langs de
kust, soms maar ��n kilometer van het vasteland
verwijderd. Om zich te ori�nteren, steken ze hun
kop uit het water, kijken even snel rond en
verdwijnen weer onder het zeeoppervlak.
Grijze walvissen paren aan het begin van de
winter, vaak tijdens de trek naar de zuidelijke
broedplaatsen. Ruim een jaar later keert het
zwangere vrouwtje terug naar deze warme wateren
rond Californi� en Mexico om te werpen.
Pasgeborenen leven de eerste paar maanden van de
moedermelk. Zo bouwen ze genoeg vetreserves op
om de komende trek naar het noorden en de koude
temperaturen van de arctische foerageergebieden
te kunnen overleven. Tijdens deze lange reis
worden de kalveren gespeend en leren ze vast
voedsel te eten.
Anders dan veel andere walvissen zijn grijze
walvissen bodemeters. Dat wil zeggen dat ze
voedsel opslokken van de bodem van de oceaan in
plaats van hun prooi al zwemmend te vangen. Ze
rollen zich op hun zij (meestal de rechter) en
ploegen de modder en het zand om, waarbij ze
vaak hun kop schrammen. Door deze krachtige
handeling poken ze het bezinksel op en slorpen
dit naar binnen, tegelijk met grote hoeveelheden
zeewater. Als hij oprijst van de zeebedding,
perst de walvis het water naar buiten met zijn
tong, het voedsel achterhoudend dat hij nodig
heeft. Grijze walvissen eten gedurende de zomer
aan ��n stuk door.
De walvisvaart heeft door de eeuwen heen een
zware wissel getrokken op de grijze walvis, maar
werd pas in de zeventiende en achttiende eeuw
grootschalig. Veel walvissen worden geslacht om
hun traan, vlees, huid en baleinen. Rond 1700
was de populatie grijze walvissen in het westen
van de Atlantische Oceaan uitgestorven en telde
de populatie wereldwijd nog maar enkel
duizenden, tot de soort in 1946 werd beschermd.
De Californische populatie beleeft nu een
opmerkelijk herstel.
|