Groene pad
De
Bufo viridis vind je vaak terug in lage zandige
terreinen, maar geen bos. Hij wordt acht tot
tien cm lang.
De groene pad is een gedrongen dier, hoewel
minder plomp dan de gewone pad, met een wrattige
huid en scherp omlijnde groene vlekken. Het
wijfje is groter dan het mannetje, met helderder
vlekken; het mannetje heeft een duidelijke
kwaakblaas. Groene padden zijn hoofdzakelijk
nachtdieren, maar ze kunnen soms overdag te
voorschijn komen om op zoek te gaan naar
insecten. Hoewel het een op het land levende
soort is, heeft de groene pad gedeeltelijke
zwemvliezen aan de tenen; hij kan zelfs in brak
water overleven.
De groene pad plant zich van april tot juni
voort; de mannetjes lokken de wijfjes met
langgerekte, hoge trillers. Tijdens de paring
klemt het mannetje het wijfje onder haar oksels
terwijl ze twee gelatineuze eierensnoeren legt,
die elk tienduizend tot twintigduizend eieren
bevatten.
|