|
Groene
slangen
 Er
worden in Noord-Amerika twee soorten van het
geslacht Opheodryas aangetroffen die ter plaatse
groene slang worden genoemd en er zijn ten
minste twee andere die uit Azi� afkomstig zijn.
De enige soort die vrijwel vrijelijk te koop als
gemakkelijk te houden is, is de ruwe groene
slang, of de Opheodryas aestivus. Dit is een
mooi slangetje dat 75 cm lang kan worden, maar
gewoonlijk kleiner blijft. Ze is slank en egaal
groen van boven en lichter van kleur onderaan.
Sommige exemplaren zijn feller gekleurd dan
andere, maar alle zijn aantrekkelijk als ze goed
gezond zijn.
Deze soort kan op vrijwel dezelfde manier worden
gehouden als andere colubriden, namelijk in een
afzonderlijk hok met temperatuurgradatie, maar
is ook geschikt voor een terrarium. Zij
verschilt van de andere vaak gehouden slangen
doordat ze insecten eet, ze houdt van krekels en
wormen en zo nu en dan van een spin. Zij moet
vaker gevoerd worden dan de meeste slangen, en u
kunt het beste zorgen dat er altijd voedsel
aanwezig is, op vrijwel dezelfde manier als bij
een hagedis.
Een aantal exemplaren kan samen in een groot
terrarium gehouden worden, dat behoorlijk hoog
moet zijn aangezien ze van klimmen houden. Als
er een tak of boomwortel onder een warmtebron
wordt bevestigd, brengen ze hier het grootste
deel van de tijd door. Er moet echter ook
verwarming onder de bodem van het hok worden
ge�nstalleerd in de vorm van een
verwarmingskussen, zodat er ook tijdens de nacht
verwarming aanwezig is. Als een geschikte
lichtbron kan worden gevonden is het zelfs
mogelijk levende potplanten in het hok te
kweken, als ze maar stevig genoeg zijn om het
gewicht van de slangen te kunnen dragen en snel
genoeg groeien om de vraatzucht van krekels te
kunnen weerstaan.
De voortplantingscyclus van deze soort lijkt op
die van de andere Noordamerikaanse colubriden
die in het voorjaar paren en in de zomer hun
eieren leggen. De legsels bestaan uit ongeveer
vijf langwerpige eieren. Deze komen uit na een
broedtijd die aan enige variatie onderhevig
lijkt te zijn, maar onveranderlijk kort is. Het
is nodig de eieren te verwijderen voordat ze
door niet opgegeten krekels worden gevonden,
anders is het met hen gedaan. Nog beter is het
om de eierdragende vrouwtjes voor de leg in een
afzonderlijk hok onder te brengen of om in het
broedseizoen ander voedsel te gebruiken.
Opmerking : Opheohydras vernalis, de andere
Noordamerikaanse soort, staat bekend als de
gladde groene slang. Ze is een stuk kleiner dan
de ruwe groene slang en doet het in
gevangenschap meestal minder goed. Opheodryas
major, die afkomstig is uit Zuidoost-Azi�, is
veel groter en heeft een gele onderkant. Er
worden maar weinig van ge�mporteerd en er is
weinig informatie beschikbaar over hun
geschiktheid als huisdier op lange termijn.
|
