De
groene zeedonderpad
De
groene zeedonderpad of Taurulus bubalis.
Beschrijving
Eerste rugvin met zeven tot negen stekels,
tweede rugvin met tien tot dertien vinstralen,
anaalvin met acht tot tien. Lichaam groenbruin
met variabele donkere vlektekening; borstvinnen
met donkere dwarsbanden; onderzijde geel. Grote
kop met stekels. Bovenste stekel aan de
achterrand van de voorkieuwdeksels langer dan
oogdiameter. Zijlijn is gestekeld, lichaam aan
beide zijden van de zijlijn glad.
Groene zeedonderpadden planten zich in het
vroege voorjaar voort. Ze leggen hun eieren bij
voorkeur op zeewieren. Ze eten bodemvisjes en
kreeftachtigen. Zeedonderpadden pakken
onverhoeds en snel hun prooi, waarbij zij over
een korte afstand een hoge snelheid ontwikkelen.
Als ze hun prooi te pakken hebben, remmen ze
door hun brede borstvinnen uit te spreiden.
Lengte
Maximaal 18 cm.
Verspreiding
Noordoost-Atlantische Oceaan, Noordzee en
Oostzee. Langs onze kust vrij algemeen tot
dertig meter diepte; ook in ondiep water, vooral
bij pieren en dijken. Algemeen in Zeeuwse
wateren.
|