Rubriek : De
mens - algemeen
De vorming van
Groot-Griekenland
De rust en de zekere
welvaart die er in Griekenland na de periode van de
volksverhuizingen waren, deden de bevolking van Griekenland
langzaam toenemen. Aanvankelijk bracht dat nog geen problemen
met zich mee, maar toen de groei van het aantal mensen bleef
doorgaan, bleek de opbrengst van de landbouw niet voldoende te
zijn om iedereen te voeden.
De bodem van Griekenland was niet bijster vruchtbaar en
bovendien was het bebouwbare oppervlak tamelijk klein. Maar
gelukkig voor de Grieken ware er verschillende
uitwijkmogelijkheden. Een deel van de mensen kon een bestaan
vinden in allerlei ambachten, zoals het maken van sandalen, het
smeden van metalen of het slijpen van messen. Andere voorzagen
in hun levensonderhoud door potten te gaan bakken. In sommige
steden ontstonden zo hele wijken van pottenbakkers die zich
voornamelijk op de export ervan toelegden.
De kooplieden ontplooiden hun handelsactiviteiten steeds verder
langs de kusten van de Middellandse Zee, en ook de talloze
eilanden werden daarbij aangedaan. Zo werden de Grieken
gaandeweg met een groter wordend gebied vertrouwd. Toen in
sommige steden de overbevolking bepaald benauwend werd, werd
besloten om elders koloni�n of dochtersteden te gaan stichten.
Daar kon dan het overschot aan mensen zich een nieuw bestaan
opbouwen. In een tijdsbestek van ongeveer drie eeuwen (van 800
tot 500 voor Christus) had de Griekse kolonisatiebeweging zich
uitgebreid over bijna alle bekende kusten van de Oude Wereld,
van de noordkust van de Zwarte Zee tot aan Spanje toe.
Omstreeks 600 voor Christus bedroeg het aantal Griekse koloni�n
dat gesticht was tenminste 250. Dit aantal lijkt op het eerste
gezicht erg hoog, maar het wordt begrijpelijk als men weet dat
vele Griekse steden meer dan ��n kolonie, en soms wel enkele
tientallen koloni�n stichtten. Van de stad Milete is
bijvoorbeeld bekend dat ze in ieder geval dertig dochtersteden
had.
Tussen
de moederstad en de dochtersteden bleven nauwe betrekkingen
bestaan. De oude vertrouwde godsdienstige feesten werden ook in
het nieuwe vaderland gevierd. En ook al lag een kolonie nog zo
ver van de moederstad verwijderd, toch stuurde ze haar
gezantschappen erheen om aan de voornaamste feesten deel te
nemen.
Maar niet alleen de overbevolking bracht de Grieken ertoe te
gaan emigreren. In de loop van de bovengenoemde drie eeuwen werd
de aristocratie in het grootste deel van Griekenland de macht
afgenomen. Degenen namelijk die in de handel en de scheepvaart
rijk waren geworden, wilden ook invloed in bestuurszaken hebben
en maakten zich van de macht meester. Dan was er eigenlijk
sprake van een regering van de rijken, maar omdat deze
regeringen toch vaak op het gewone volk steunden, ontstonden er
her en der democratische regeringsvormen. Soms kon er nog enige
tijd een alleenheerschappij zijn van een tiran. Zo iemand had
zich met de hulp van het volk de macht toege�igend, maar meestal
verloor hij die toch weer spoedig of zijn opvolgers konden zich
niet verder handhaven. Dan kwam de democratische regeringsvorm
ervoor in de plaats. Al deze politieke woelingen konden soms
eveneens de oorzaak van het stichten van dochtersteden zijn.
Zeer belangrijk werd de Griekse kolonisatie in Zuid-Itali�. Daar
verrezen in de loop van de tijd zoveel Griekse steden, dat de
streek de naam van Magna Graecia (Groot-Griekenland) kreeg. Het
waren voornamelijk Dori�rs die er zich vestigden. Hun steden
kwamen tot grote bloei en werden zeer machtig. De voornaamste
waren Tarente, dat omstreeks 700 voor Christus door Sparta, en
Sybaris dat in 720 voor Christus door de Achae�rs was gesticht.
De kolonisatie heeft niet alleen de Griekse welvaart bevorderd,
maar ook de beschaving verder verspreid.
(foto : tempels van de Griekse kolonisten in Zuid-Itali�)