Grote bruine vleermuis
Groep : op het land levende
zoogdieren
Er
zijn ongeveer 951 vleermuissoorten, vari�rend
van de kleine hommelvleermuis die maar drie cm
lang is, tot de enorme vliegende vossen, die een
spanwijdte hebben tot twee meter. De grote
bruine vleermuis is uitgerust met een speciaal
radarsysteem. Hij fladdert in het pikkedonker
met snelheden tot 64 kilometer per uur, happend
naar insecten terwijl hij eventuele obstakels
vermijdt. Het liefst nestelt hij in door de mens
gemaakte bouwsels. Hij komt veel voor in
Noord-Amerika. Enorme aantallen roesten samen op
vlieringen, in kerken, schuren, stadions, riolen
en zelfs mijnen. Ze komen alleen 's nachts te
voorschijn.
Overdag roesten deze middelgrote tot grote
vleermuizen in grote groepen tot wel achthonderd
dieren. Ze geven de voorkeur aan een donkere,
stille omgeving, zoals kerken en lege gebouwen,
maar leven ook in spouwmuren en vlieringen van
huizen, en holle bomen en grotten. Deze moeten
onbereikbaar zijn voor roofdieren, omdat
vleermuizen ondersteboven hangend zichzelf niet
gemakkelijk kunnen verdedigen tegen aanvallen.
In de winter, wanner voedsel schaars is, houden
grote bruine vleermuizen een winterslaap om
waardevolle energie te bewaren. Ze vallen in een
diepe slaap en hun hartslag, lichaamstemperatuur
en zuurstofverbruik vermindert drastisch.
In de schemering verlaten vleermuizen hun
roestplaatsen om in het donker op insecten te
jagen. Wanneer ze jagen fladderen ze heen en
weer langs een regelmatige route, en blijven
ongeveer dertig meter boven de grond.
Vleermuizen gebruiken een systeem dat
echolocatie wordt genoemd om te sturen en om hun
prooi te lokaliseren. Grote bruine vleermuizen
eten vooral vliegende insecten, zoals motten,
vliegen, wespen en waterjuffers, maar ook op de
grond levende dieren zoals bladkevers.
Mannetjesvleermuizen zijn tegen oktober klaar om
te paren en sommige paren met vrouwtjes voordat
ze aan de winterslaap beginnen. Veel mannetjes
worden echter wakker tijdens de wintermaanden en
paren dan met slaperige vrouwtjes. Een vrouwtje
slaat het sperma op in haar lichaam tot april,
wanneer haar eitjes klaar zijn om bevrucht te
worden. Ongeveer twee maanden later werpt ze ��n
tof twee kleine jongen, die ze verzorgt en voedt
zonder de hulp van het mannetje. Vrouwtjes en
hun jongen leven in grote kolonies totdat de
jongen groot genoeg zijn om eind juni of begin
juli te vliegen en zelf voedsel te zoeken.
Grote bruine vleermuizen profiteren van
menselijke ontwikkelingen, hun aantallen nemen
toe wanneer er nieuwbouw plaatsvindt. Ze zijn
nuttig, omdat ze grote aantallen insecten eten
die een bedreiging vormen voor landbouwgewassen.
|