Grote
groene sabelsprinkhaan
Tettigonia
viridissima - familie Sabelsprinkhanen /
Tettigoniidae.
Van de meer dan vijfduizend soorten
sabelsprinkhanen komen er bij ons amper een
tiental voor. Kenmerkend voor de groep zijn de
sprieten die vaak langer zijn dan het lichaam.
Met z'n 35 mm behoort deze soort tot onze
indrukwekkendste sprinkhanen. Bij een volwassen
dier komen de vleugels ver tot buiten het
lichaam, de dijen van de lange springpoten en,
bij de wijfjes, de vrij rechte legboor.
Verspreiding : in Europa verspreid en niet
zeldzaam. Men vindt deze soort in weiden,
graanvelden, maar ook op struiken en bomen.
Voedt zich hoofdzakelijk met verscheidene
insectjes, die gevangen worden met de stekelige
voorpoten. Af en toe ook plantaardig voedsel.
Tijdens de nacht kruipen de dieren in
boomkruinen, waar de mannetjes tussen juli en
november luid en langdurig sjirpen door, net als
alle andere sabelsprinkhanen, de vleugels tegen
elkaar te wrijven. Het sjirpen kan verward
worden met dat van de krekels, dat echter
vroeger in het jaar en nooit vanuit bomen
klinkt. Ondanks hun lange vleugels leggen deze
sabelsprinkhanen meestal korte afstanden af. De
wijfjes leggen met hun legboor tot honderd
eieren in de grond. Jeugdstadia : de
ontwikkeling begint pas na de overwintering van
de eieren en is al in juli afgelopen.
|