De
grote zeenaald
De
grote zeenaald of Syngnathus acus.
Beschrijving
Rugvin met 34-45 vinstralen, anaalvin met 3-4;
17-21 ringen voor de anaalopening, 39-43 achter
de anaalopening. Rug bruin met blauwe tint en
met donkere dwarsbanden. Buikzijde cr�me-geel,
naar de staart toe donkerder. Goed ontwikkelde
borstvinnen, kleine anaalvin. Staartvin goed
ontwikkeld. Snuit langer dan halve koplengte.
Benige uitstulping achter op de kop.
Grote zeenaalden eten vooral kleine
kreeftachtigen, zoals vlokreeften, pissebedden,
kabeljauwachtigen. De mannetjes dragen de eieren
en larven (in juni en juli) in een broedbuidel,
gevormd door twee brede huidplooien van de
buikwand.
Lengte
Maximaal 47 cm.
Verspreiding
Noordoost-Atlantische Oceaan, Noordzee, tot een
diepte van dertig meter. Langs onze kust
algemeen, vooral in zeegaten met zand- en
modderbodems.
|