Orde van de halfapen
De
halfapen zijn betrekkelijk klein. Hun grootte
ligt tussen die van een grote kat en een rat.
Hun staart is lang of juist heel kort, maar het
is nooit een grijpstaart. De halfapen hebben wel
grijphanden en grijpvoeten, die voorzien zijn
van vingers en tenen met nagels. De oogkassen en
de voorhoofdsholte zijn niet gescheiden. De
halfapen hebben grote ogen, opdat ze
hoofdzakelijk in de schemering en tijdens de
nacht actief zijn. Hun gebit kan volledig of
onvolledig zijn, met grote verschillen tussen de
diverse families. De gebitsformule van de
familie van de vingerdieren is 1013/1013 en die
van de familie van de lemuren 2133/2133. De
vrouwtjes hebben ��n paar tepels op de borst ,
soms ook ��n paar op de onderbuik en ��n paar in
de liesstreek. De halfapen baren gewoonlijk
slechts ��n jong. De orde van de halfapen omvat
voornamelijk boomdieren. Ze voeden zich
hoofdzakelijk met kleine gewervelde dieren en
insecten. De familie van de lemuren, verdeeld in
tien geslachten en die weer in ongeveer veertig
soorten, komt alleen voor op het eiland
Madagascar. De halfapen van de familie van de
lori's zijn ondergebracht in zeven geslachten en
talrijke soorten. Deze leven uitsluitend op de
Soenda-eilanden en de Filippijnen.
|