Rubriek :
Historische figuren
Hans Memling
Memling, Hans, ook
bekend als Jan Memlinc (Seligenstadt, Hessen, tussen 1430 en
1440 - Brugge 11 aug. 1494), schilder, werkte vermoedelijk te
Brussel bij Rogier van der Weyden, wiens invloed op zijn stijl
anders moeilijk te verklaren is. Na Van der Weydens dood (1464)
vestigde hij zich te Brugge, waar hij in 1465 poorter werd en in
1473/1474 lid van de broederschap O.-L.-Vrouw ter Sneeuw. In de
ledenlijst van het Brugse schildersambacht werden twee
leerlingen bij hem ingeschreven, Jan Verhanneman in 1480 en
Passchier van der Meersch in 1483. Hij was gehuwd met Anna de
Valkenaere (gest. 1487) en liet bij zijn dood drie onvolwassen
kinderen na. Memling genoot te Brugge groot aanzien en werd
tegen het einde van zijn leven tot de rijkste burgers van de
stad gerekend. Hij werd begraven op het kerkhof van de St.-Gilliskerk.
Van de ca. 100 schilderijen die hem worden toegeschreven, zijn
er slechts twee gesigneerd: Het mystiek huwelijk van de H.
Catherina (1479) en De bewening van Christus (1480), beide op
hun oorspronkelijke plaats in het St.-Janshospitaal, Brugge;
enkele andere alleen gedateerd.
Met Memling bereikte de paneelschilderkunst te Brugge tijdens de
Bourgondische tijd een van haar laatste hoogtepunten. De
geraffineerde realistische olieverftechniek en het sterk
humaniserend religieuze gevoel, die de roem uitmaakten van de
Vlaamse paneelschilderkunst sinds de gebroeders Van Eyck, zijn
kenmerken die bij Memling tot in de hoogste graad van
volmaaktheid worden aangetroffen. De geestelijke kracht die het
werk van zijn voorgangers kenmerkte, vervaagt echter bij hem tot
een veralgemenend mystisch sentiment, dat elke individuele
psychologie dooft. Hoewel grafisch en koloristisch ongemeen
verfijnd, is zijn kunst statisch, ide�el en zuiver
contemplatief. De personages en objecten staan ge�soleerd in een
ijle doch sterk gedefinieerde ruimte. De compositie is eenvoudig
en additief van opbouw. In het licht van deze kenmerken mag men
Memlings werk als een vroege vorm van classicisme beschouwen,
waaraan Italiaanse invloed wellicht niet vreemd is geweest.
Buiten de gangbare religieuze thema's die hij zowel in
miniatuurstijl (Ursula-schrijn) als in monumentale veelluiken
(Laatste Oordeel) heeft behandeld, schilderde hij uiterst
verfijnde portretten van een onge�venaarde kwaliteit, die hebben
bijgedragen tot zijn faam.