De
haring
De haring of Clupea harengus.
Beschrijving
Rugvin met 17 tot 21 vinstralen, anaalvin met 14
tot 20; 51 tot 60 schubben van kop tot
staartvin. Rug donkerblauw, flanken
zilverkleurig.
Haringen kwamen in verschillende populaties in
de Noordzee voor, die of in het voorjaar of in
het najaar paaiden. De Doggerbank-haring is door
visserijdruk verdwenen en vervangen door een
westelijke haringpopulatie. Er zijn onder andere
ook Ijslandse en Noorse populaties die weer
andere paaigebieden hebben. Elk jaar wordt door
de Europese landen vastgesteld hoeveel haring er
door elk lang mag gevangen worden (vangstquota)
om overbevissing te voorkomen.
Haringen paaien op grindbedden en op bodems met
wier, waar stroming voorkomt. Toenemende
grindwinning en overbevissing bedreigen de
haringbestanden in de Noordzee.
Lengte
54 cm, meestal niet langer dan 40 cm.
Verspreiding
Noordelijk halfrond, Noordzee en Oostzee. Langs
onze kust algemeen.
|