De
harpij
Orde
: Falconiformes - familie : Accipitridae -
geslacht : Harpia en soort : Harpia harpyja.
Hoewel hij het enige lid is van zijn geslacht,
heeft de harpij een aantal grote
adelaarverwanten.
Als ��n van de grootste vogels ter wereld vliegt
de harpij door het regenwoud van Centraal- en
Zuid-Amerika, en grijpt onbehoedzame prooien met
zijn krachtige klauwen. Met poten die zo groot
zijn als een hand van een mens en een enorme
vleugelspanwijdte, kan deze vogel neerduiken op
grote dieren zoals apen en herten, en ze
wegvoeren.
Na een vroege morgen, doorgebracht met
zonnebaden en het gladstrijken van de veren,
gaat de harpij de lucht in op zoek naar voedsel.
Ondanks zijn grootte kan deze vogel sierlijk in
en uit de bomen vliegen. In tegenstelling tot
andere roofvogels echter zijn de vleugels van de
harpij kort en kan hij geen lange periodes door
de lucht zweven. Hoewel hij actief op prooi kan
jagen, geeft deze vogel er de voorkeur aan om af
te wachten. Hij strijkt neer op een tak onder
het kroondak, vaak in de buurt van een rivier of
zoutlik waar dieren zoals herten komen drinken
en eten, en wacht op een kans om een slachtoffer
in een nederlaag te lokken. Als hij eenmaal zijn
prooi heeft waargenomen, duikt de arend naar
beneden met snelheden tot maar liefst tachtig
kilometer per uur en grijpt het dier met zijn
klauwen.
De harpij eet een grote verscheidenheid aan
zoogdieren : van kapucijneraapjes en saki's tot
pecari's en kleine herten. Hij doodt ze door hun
huid en vitale organen te doorboren met zijn
klauwen. Miereneters, rolstaartberen en zelfs
stekelvarkens staan ook op het menu. Wanneer
zijn grotere prooi schaars is, kan deze
roofvogel hagedissen eten of vogels zoals
papegaaien en toekans. In sommige gebieden
bestaat dertig procent van het voedsel van de
harpij uit luiaards. Wanneer deze zoogdieren
zonnebaden in de bomen, zijn ze een gemakkelijke
prooi voor de harpij. Nadat hij een luiaard van
een tak heeft gehaald, drukt hij hem plat met
zijn klauwen tot hij dood is. Wanneer hij op
apen jaagt, is de harpij niet zo succesvol omdat
veel apen in groepen reizen en elkaar
waarschuwen bij gevaar.
Gebruikmakend van takken en twijgen maakt de
harpij een groot, slordig, met bladeren bedekt
nest. Dit wordt zo'n vijftig meter boven de
grond gebouwd, op een rots of in een hoge boom.
Het vrouwtje broedt de eieren uit, terwijl het
mannetje haar ��n keer per week voedsel brengt.
In het midden van het regenseizoen komen er ��n
of twee kuikens uit. Als er twee kuikens zijn
eet de sterkste het meest, zodat het tweede
kuiken sterft. Ze vliegen uit wanneer ze
ongeveer zes maanden oud zijn.
Niemand weet hoeveel harpijen er zijn in het
wild, maar de soort is verdwenen of zeldzaam
geworden in veel gebieden, vooral in het noorden
en het midden van zijn leefgebied. De afname is
een gevolg van de vernietiging van het
regenwoud, maar wordt verergerd door zijn
langzame voortplanting.
|