De
Hawaiiaanse monniksrob
Orde
: Pinnipedia - familie : Phocidae - geslacht :
Monachus - soort : Monachus schauinslandi.
De zeldzame Hawaiiaanse monniksrob zou de oudste
rob zijn. Hij heeft een primitief skelet dat aan
robben van veertien miljoen jaar geleden doet
denken. Het is ook de enige tropische rob. Hij
leeft in de warme Pacifische wateren rond de
eilanden en brengt op de lange zandstranden zijn
jongen groot.
Monniksrobben leven het grootste deel van het
jaar in de zee. De dieren blijven meestal in de
buurt van het eiland waar ze geboren zijn, maar
sommige exemplaren leggen afstanden af van
duizend kilometer of meer. Ze zwemmen zo'n negen
kilometer per uur, maar kunnen bij gevaar de
snelheid opvoeren. Ondanks hun glibberige
sierlijkheid en vaardigheden onder water, kunnen
robben niet helemaal zonder land. Ze moeten de
lange Hawaiiaanse zandstranden op om hun jongen
ter wereld te brengen en te ruien. Hun vetlaag,
die hen in het water warm houdt, is even dik als
die van een poolrob. Vandaar dat ze hun gedrag
moeten aanpassen om onder de tropische zon niet
oververhit te raken. De robben rusten op vochtig
zand bij de kust met hun buik naar de zon
gericht.
De Hawaiiaanse monniksrob duikt naar vis,
octopussen, pijlinktvissen en schaaldieren,
zoals kreeften. Hij jaagt ook op platvis,
murenen en zeepalingen die zich tussen het
koraal verscholen houden. Foerageren doet hij
tijdens de nacht. De monniksrob maakt dan
verschillende duiken, meestal vari�rend van tien
tot veertig meter, hoewel hij soms ook diepten
van 175 meter bereikt. Korte duiken duren vijf
tot veertien minuten, lange soms wel twintig
minuten. De rob is fysiek goed uitgerust om de
hoge druk in diep water te weerstaan. Hij heeft
minder luchtruimtes in zijn lichaam dan mensen
en krijgt geen last van caissonziekte wanneer
hij snel naar de oppervlakte zwemt.
Door de eeuwenlange jacht zijn hele kolonies van
de monniksrob op de Hawaii-eilanden verdwenen.
De problemen begonnen met de komst van de
Polynesische kolonisten zo'n tweeduizend jaar
geleden. De toestand verslechterde in de
negentiende eeuw aanzienlijk met de toename van
de commerci�le visserij. Inmiddels telt de
populatie zoen 1300 tot 1500 exemplaren. Dit
aantal daalt elk jaar met zo'n vijf procent !
Het voortbestaan van het dier is afhankelijk van
de bescherming van zijn milieu ... een schone
taak voor de Amerikaanse regering.
Door het tropische klimaat kan de monniksrob het
hele jaar door paren. Vrouwtjes zijn
verschillende malen per jaar ontvankelijk. Bijna
een jaar later brengt het vrouwtje een meter
lang jong ter wereld, dat vijf tot zes weken
wordt gezoogd. Tijdens deze periode wordt hij
viermaal zo zwaar. Na het zogen ontdoet het jong
zich van zijn zwarte geboortevacht. Het jong
wordt achtergelaten en moet dan zelfstandig
foerageren.
|