Rubriek :
Historische figuren
Hendrik III van Engeland
(1 okt. 1207 -
Westminster 16 nov. 1272), koning van Engeland van 1216 tot
1272, uit het Huis Plantagenet, volgde zijn vader, Jan zonder
Land, op negenjarige leeftijd op. Tot 1227 werd de regering
uitgeoefend door regenten, gekozen door de Engelse baronnen,
eerst William Marshal, graaf van Pembroke, later vooral Peter
des Roches, bisschop van Winchester. In 1219 werd de paus
officieel zijn voogd en sindsdien begunstigde hij steeds de
pauselijke invloed in Engeland. In 1216/1217 had hij zijn troon
te verdedigen tegen de Franse kroonprins, de latere Lodewijk
VIII. Tijdens zijn persoonlijke regering liet hij zich omringen
door vreemde raadgevers uit Provence en Poitou, naar Engeland
overgekomen naar aanleiding van zijn huwelijk met Eleonora van
Provence. Dit feit, de ruime bevoegdheden die hij de curia gaf
om in Engeland kerkelijke belastingen te heffen en zijn
herhaalde overtredingen van de Magna Charta deden hem alle
sympathie bij de Engelse aristocratie verliezen. Zijn
buitenlandse politiek vergde grote uitgaven, zonder dat
resultaten konden worden geboekt. Al deze mislukkingen leidden
tot een openlijk conflict met de Engelse baronnen onder leiding
van Simon van Montfort. In 1258 was Hendrik verplicht de Oxford
Provisions te ondertekenen, waardoor hij onder curatele werd
geplaatst. Toen hij met de hulp van de paus in 1261 reageerde,
kwam het tot een burgeroorlog, waarin Simon van Montfort en
Hendriks oudste zoon Eduard (de latere Eduard I) de hoofdrollen
speelden. In 1265 eerst werd het koninklijk gezag hersteld, maar
in feite regeerde voortaan Eduard.