Rubriek :
Historische figuren
Hendrik IV van Engeland
bijgenaamd
Bolingbroke (Bolingbroke 3 april 1367 - Westminster 20 maart
1413), koning van Engeland van 1399 tot 1413, uit het Huis
Lancaster, was een zoon van Jan van Gent en Blanca, de dochter
van Hendrik, hertog van Lancaster.
Hendrik trok als jonge man enige keren naar het Heilige Land en
nam deel aan kruistochten tegen de heidense Pruisen. In 1398
werd hij naar aanleiding van een twist met de hertog van Norfolk
door Richard II verbannen. Na de dood van Jan van Gent (1399)
keerde hij met troepen naar Engeland terug en veroverde de
troon. Richard liet hij doden. Het parlement aanvaardde Hendrik,
hoewel zijn aanspraken op de troon zeer zwak waren. Hij stelde
voor het behoud van zijn macht zeer veel prijs op een goede
verstandhouding met de kerk en vervolgde ketterse groeperingen
als Wycliffieten en Lollards dan ook hevig. In het begin van
Hendriks regering bestookten de Schotten Engeland, begon Owen
Glendower zijn verzet en ontketenden eerst het machtige geslacht
van de Percy's en daarna Scrope, aartsbisschop van York, een
opstand. Al deze gevaren waren in 1406 bedwongen, al duurde de
strijd nog enkele jaren voort. Het parlement, ontstemd over
Hendriks voortdurende verzoeken om geld, drong hem in 1406 een
raad van advies op. Met de hulp van Arundel, koninklijk
kanselier en aartsbisschop van Canterbury, onttrok Hendrik zich
echter hieraan. In 1410 kwam de feitelijke macht aan de latere
Hendrik V en de Beauforts. Op het allerlaatst trok Hendrik nog
weer de macht aan zich en haalde Arundel terug.