Rubriek :
Historische figuren
Hendrik VI van Engeland
(Windsor 6 dec. 1421
- Londen 20 mei 1471), koning van Engeland van 1422 tot 1461 en
van 1470 tot 1471, uit het Huis Lancaster, was de zoon van
Hendrik V. Aanvankelijk trad Bedford als regent op. Na de dood
van Karel VI van Frankrijk (1422) werd Hendrik ook tot koning
van Frankrijk uitgeroepen (16 dec. 1431 te Parijs gekroond).
Hendriks regering werd binnenslands eerst beheerst door de
twisten tussen Humphrey van Gloucester en de Beauforts (voor en
tegen voortzetting van de oorlog in Frankrijk). In 1444 bracht
Hendriks nieuwe gunsteling, Suffolk, zijn huwelijk met
Margaretha van Anjou, nicht van Karel VII van Frankrijk, tot
stand. Margaretha beheerste weldra haar zwakke echtgenoot en
kreeg een dominerende positie in de Engelse politiek. In 1450
brak de opstand van Jack Cade uit, waarbij Richard, hertog van
York, zijn eerste greep naar het hoogste gezag deed. In 1453
vertoonde Hendrik tekenen van geestesziekte. Toen begon een
strijd tussen Richard en Margaretha van Anjou, die in de
Rozenoorlogen uitmondde. Hendrik was sindsdien een pion in
handen van de partijen (in 1460 gevangene van York, in 1461 als
vluchteling naar Schotland, in 1465 in de strijd tegen Eduard IV
gevangen genomen en in de Tower opgesloten). Warwick plaatste
Hendrik in okt. 1470 weer op de troon, maar Eduard IV wist deze
weer in handen te krijgen. Nadat hij weer in de Tower was
opgesloten, stierf Hendrik, bijna zeker vermoord.