W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek :
Historische figuren

Hendrik Conscience

Conscience, Hendrik (Antwerpen 3 dec. 1812 - Elsene 10 sept. 1883), Belgisch Nederlandstalig schrijver, zoon van een Franse vader, die zich in 1807 te Antwerpen vestigde als opzichter bij de scheepstimmerwerven van de Franse marine, en van een Kempense moeder. Na een ziekelijke en harde jeugd werd hij hulponderwijzer (1828-1830), vrijwilliger in het Belgisch leger (1830-1836), klerk bij het provinciebestuur te Antwerpen (1837-1838), tuiniersknecht (1839) en griffier bij de Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen (1841-1853). In zijn zgn. Antwerpse periode maakte hij naam met romans en verhalen die tot de beste van zijn omvangrijk oeuvre behoren. Van 1857 tot 1868 was hij arrondissementscommissaris te Kortrijk, waar hij moeilijk kon aarden. Zijn literaire productie maakte een inzinking door onder de druk van ongunstige omstandigheden en tegenslagen. Een opluchting was voor hem zijn benoeming in 1869 tot conservator van het Wiertzmuseum te Elsene, waar hij tot zijn dood verbleef en waar zijn talent een opflakkering kende.
Conscience is de voornaamste vertegenwoordiger van de romantiek in Vlaanderen, de schepper van de Vlaamse roman, een populair schrijver ( 'hij leerde zijn volk lezen') en blijkens de vele vertalingen van zijn werk spoedig een auteur met Europese faam. Zijn eerste succes, De Leeuw van Vlaenderen (1838), het epos van de Guldensporenslag, is het populairste boek van de Vlaamse letterkunde en bezit een meeslepende gloed en een pathetische kracht, die men ook in zijn vele andere historische romans terugvindt, o.a. Jacob van Artevelde (1849) en De Boerenkrijg (1853). In de jaren veertig meer tot de werkelijkheid aangetrokken, ging hij over tot het schrijven van zedenkundig-maatschappelijke romans en verhalen, die in de meest verschillende sociale lagen, doorgaans in de stad, spelen en moraliserende trekken vertonen, o.a. Wat eene moeder lyden kan (1844), Siska van Roosemael (1844), Het geluk van ryk te zyn (1855), Bavo en Lieveken (1865), De oom van Felix Roobeek (1877) en De schat van Felix Roobeek (1878).
Omstreeks 1850 schreef hij idyllische dorpsverhalen, die in de Antwerpse Kempen gesitueerd zijn (o.a. De loteling, 1850). Conscience was een rasecht romancier, een geboren artiest met grote gevoelsrijkdom, die onder de invloed van de romantische opvattingen mens en natuur idealiseerde. Hij was ook een bezield redenaar. Hij was niet alleen een van de belangrijkste bewerkers van de Vlaamse literaire herleving in de 19de eeuw, maar bevorderde in aanzienlijke mate de bewustwording van de Vlaamse gemeenschap tot volk binnen de Belgische natie. Dit doel had hij zich trouwens sinds de jaren 1840 gesteld, toen hij, zij het vergeefs, te Antwerpen ijverde voor een nationale partij met Vlaams programma, die boven de toenemende ideologische geschillen (tussen liberalen en katholieken) zou staan. Wat hij niet door politieke actie heeft kunnen bereiken, heeft hij door zijn op ruime schaal verspreide geschriften en zijn groot literair prestige bewerkt. Bij het verschijnen van zijn honderdste boekdeel (1881) vond te Brussel een massahulde plaats. Nog bij zijn leven, in aug. 1883, werd te Antwerpen een standbeeld van hem onthuld.
 


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer