De
Hesperia comma of de kommavlinder
Deze
vlinder is te herkennen aan de witte
kommavormige vlekken aan de onderkant van de
vleugels. Het verspreidingsgebied van dit
dikkopje is enorm. Hij wordt aangetroffen in
noordelijk Afrika, Europa, Azi� en
Noord-Amerika. Hij houdt van open bossen met
struikgewas en grassen. De vlinders drinken veel
nectar uit bloemen van distels. In het najaar
leggen ze hun eitjes op schapegras en buntgras
of Graminae. De kommavlinder overwintert als
eitje. De rups groeit maar langzaam. Hij zit
verscholen in een koker van grasstengels, die
aan elkaar vast gesponnen zijn. De groei van de
rupsen vindt plaats in de lente en in de zomer.
De vlinders vliegen vooral in augustus. Ze
kunnen in grote aantallen voorkomen in relatief
kleine gebieden.
|