W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Dier - algemeen

Het dierenleven van de savanne

Het hart van het Ethiopische gebied wordt, net als bij het neotropisch gebied, gevormd door een enorm tropisch regenwoud, dat in en rond een rivierbekken ligt. Het Ethiopische gebied onderscheidt zich echter van het neotropisch gebied door een enorme savanne, een grasachtig gebied dat meer dan ��nderde van het totale gebied omvat. Dit gebied ziet er echter niet overal hetzelfde uit. Aan de rand van de halfwoestijn is het niet meer dan een boomloze vlakte, waarin hier en daar kleine overblijvende planten groeien en doornige struiken, die soms een korte weelderige groei doormaken na ��n van de zelden voorkomende, maar zware regenbuien. Dit gebied dat bekend staat als de Soedanese savanne, gaat over in grasachtig gebieden die nog betrekkelijk droog zijn, maar toch bezaaid met breedbladerige bomen en acacia's. De Guinese savanne die het Kongobekken in het noorden, oosten en zuiden omgeeft, is het grote middelpunt van Afrika. Er groeit weelderig hoog gras en er komen steeds meer altijd-groene bomen voor, totdat het grasland en het tropische bos nauwelijks meer van elkaar te onderscheiden zijn.
Doordat er geen natuurlijke hindernissen zijn zoals lange bergketens, kunnen de dieren zich vrij verplaatsen. Vandaar dat vele dieren zich net zo thuis voelen in de boomloze savanne als in de struiksavannen aan de randen van de Kalahari-woestijn. Tot die dieren behoren struisvogels (zie foto), aardvarkens, hyena's, jakhalzen en hyena-honden. Giraffen kan men aantreffen op alle plaatsen met bomen van een zodanige hoogte dat de giraffen er gemakkelijk aan kunnen knabbelen. Dat neemt niet weg dat de giraffen het meest van acacia's (zie foto) houden.
Andere diersoorten, zoals bijvoorbeeld de vele apensoorten, zijn in de keuze van hun woonplaats weinig ondernemend. Ze blijven veelal in hetzelfde gebied. De patas of huzarenaap beperkt zijn leefgebied tot de droge graslanden die zich uitstrekken van de Atlantische Oceaan in het westen tot de Nijl in het oosten en die in het noorden worden begrensd door de Sahara en in het zuiden door het tropische regenwoud van Kongo. De beerbavianen geven de voorkeur aan de met rotsen bezaaide savannen in het zuidoosten, terwijl de gele bavianen de brede strook beboste savannen over de hele breedte van Centraal-Afrika als hun woonplaats hebben gekozen.
E�n van de opvallendste zaken van het dierenleven op de Afrikaanse savanne is, dat vele diersoorten vreedzaam naast elkaar bestaan en zich bijna gedragen als levensgezellen, zonder dat er iets van onderlinge strijd te merken is. Dit geldt natuurlijk niet voor de roofdieren. E�n van de redenen dat de dieren zo vreedzaam samenleven is, dat ze op die manier bij elkaar bescherming zoeken tegen de roofdieren.
Deze gemeenschapszin beperkt zich niet alleen tot zelfbescherming. De voedingsgewoonten van de samenwerkende dieren passen vaak wonderwel bij elkaar. Het rode havergras bijvoorbeeld dat veel op de savanne groeit en dat voor veel planteneters het hoofdvoedsel vormt, wordt gegeten door zebra's, gnoes en topi's, waarbij elke diersoort het gras in een ander groeistadium het lekkerst vindt. Boom-eters en struik-eters hebben ook geen last van elkaar, omdat ze aan bomen en struiken van verschillende hoogte de voorkeur geven. De dik-diks bijvoorbeeld, die nauwelijks meer dan dertig cm hoog worden, voeden zich met de laagste bladeren van heesters. Elandantilopen knabbelen aan de bladeren van bomen en struiken die op manshoogte groeien. En giraffen profiteren van hun enorme lengte door zich te voeden met jonge bladeren tot op zes meter hoogte.
Er bestaat ook een heel nauwe samenwerking tussen de honingdas en de kleine vogel die honingwijzer (zie foto) wordt genoemd. De honingdas bewoont de beboste gedeelten van de savannen. Het dier is zwart en wit en behoort tot de familie van de marterachtigen, hoewel hij in die familie geen nauwe verwanten heeft. Het zijn alleen levende dieren, die alleen of in paren rondzwerven. Ze zoeken mieren, torren, hagedissen en slangen, die hun hoofdvoedsel vormen. Dit dier is gezegend met de naam honingdas, omdat hij gewoonweg zo van honing houdt. De honingwijzer (een vogel) is ook altijd op zoek naar honing. Wanneer dit vogeltje toevallig een honingdas tegenkomt, probeert het zijn aandacht te trekken met een nadrukkelijk gekwetter. De honingdas antwoordt met een merkwaardig geknor en loopt op een sukkeldrafje in de richting van de vogel. Deze blijft voortdurend tegen hem kwetteren en rondvliegen, tot hij een bijennest heeft ontdekt. De honingdas voert dan zijn taak uit door met zijn sterke klauwen het nest open te scheuren. Nadat de honingdas zijn buik heeft gevuld, eet de honingwijzer eerst de bijenlarven en daarna de was op. Honingwijzers schijnen gek te zijn op was. De vogel werd voor het eerst gesignaleerd in de zestiende eeuw, toen een priester in Mozambique merkte dat het dier zijn kaarsen opat.
 


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer