Rubriek :
Dier - algemeen
Het dierenleven van Tasmani�
Driehonderd
kilometer ten zuiden van de staat Victoria in het zuidoosten van
Australi�, ligt aan de overzijde van de Bass-straat het groene
eiland Tasmani�. Het is een, vergeleken bij heel Australi�,
klein eiland met de vorm van een vrijwel gelijkzijdige driehoek.
De grootste breedte van het eiland is ongeveer driehonderd
kilometer. In de afgelopen miljoenen jaren is Tasmani� vier keer
met het vasteland verbonden geweest. Elke keer werd het aan het
einde van een ijstijd door het stijgende zeewater weer van het
vasteland afgesneden. Het vrij kleine gebied van Tasmani� is
zeer afwisselend. Men vindt er bossen, snelstromende rivieren,
watervallen, bergen, door bossen omzoomde meren, weiden en
heidevelden.
Het dierenleven van Tasmani� is niet zo rijk als dat van
Australi�. Men vindt er met name niet zoveel reptielen en
vogels, maar er leven veel zoogdieren. Een aantal daarvan zijn
enig in hun soort. Ze zijn verdreven van Australi� en hebben op
het eiland Tasmani� een toevluchtsoord gevonden.
Op
Tasmani� leven niet meer dan twintig soorten reptielen. Daartoe
behoren twee hagedissoorten die alleen op Tasmani� voorkomen. Er
zijn geen schildpadden, varanen, gekko's en pythons op het
eiland. Er komen wel verscheidene gifslangen voor, onder andere
de tijgerslang en de Australische koperkopslang (zie foto). De
tijgerslang dankt zijn naam aan zijn grijsachtig-gele strepen.
Een ondersoort van de tijgerslang wordt beschouwd als de
dodelijkste slang van dergelijke afmetingen. Dan is er de
Australische koperkopslang, die bijna anderhalve meter lang
wordt en die ook beschikt over een dodelijk gif.
De liervogel is in Tasmani� ingevoerd. Hij komt in grote
aantallen voor in het nationale park Mount Field. Verder leven
er op het eiland veertien vogelsoorten die men nergens anders
aantreft. E�n daarvan is de Tasmaanse ral, een watervogel. Een
andere is een soort papegaai die geelbuik-rosella wordt genoemd.
Verder leeft op Tasmani� een zeer groot aantal zwarte zwanen.
Een andere vogelsoort die men alleen daar vindt, is de gele
lelhoningeter.
Onder de zoogdieren van het eiland zijn twee soorten
buidelmuizen, twee soorten buidelslaapmuizen, de gewone wombat
en drie soorten buidelmarters, namelijk de Tasmaanse duivel (zie
foto onder), de gevlekte buidelmarter en de grote buidelmarter.
Er zijn ook kleine koeskoezen en buidelkonijnen. Verder vindt
men op het eiland drie kangoeroesoorten, de grote Tasmaanse
grijze kangoeroe, de Tasmaanse Bennett-wallabie en de
roobuik-pademelon, die de afmetingen van een huiskat heeft.
De Tasmaanse buidelwolf en de Tasmaanse duivel zijn de twee
grootste vleesetende buideldieren van Tasmani�. De Tasmaanse
duivel is als kippendief fel vervolgd door de boeren. Toch komt
hij in de wat minder toegankelijke gedeelten van het eiland nog
vrij veel voor. Hij kan, zijn staart van ongeveer dertig cm
meegerekend, zestig tot negentig cm lang worden, en een gewicht
bereiken van vijf tot ruim negen kilogram.
De
beide soorten snaveldieren of Monotremata leven ook op Tasmani�.
Het vogelbekdier heeft zijn woongebieden in verschillende
gedeelten van het eiland. Men kan hem aantreffen in tropische
rivieren, maar ook in koude bergmeren tot op hoogten van zo'n
1800 meter. Men vindt hem eigenlijk overal waar hij de
zoetwaterrivierkreeft, die men yabbies noemt kan vangen, of
kikkervisjes, larven en regenwormen. Het vogelbekdier zeeft deze
diertjes met zijn buigzame beweeglijke eendensnavel uit de
modder en verzamelt ze in zijn wangzakken, voordat hij ze
inslikt.
Tasmani� heeft zijn eigen soort snaveldier en wel de Tasmaanse
mierenegel. De Tasmaanse mierenegel is groter dan zijn verwant,
de Australische miereneter. Zijn korte stekels gaan bijna
helemaal schuil onder zijn pels. De Tasmaanse miereneter lijkt
enigszins op een stekelvarken. Hij kan zich net als het
stekelvarken als een bal in elkaar rollen wanneer hij wordt
bedreigd. Hij kan ook een 'verdwijntruc' toepassen, door zich
razendsnel in zachte grond in te graven.
In de zeewateren rond Tasmani�, speciaal in de Bass-straat en
bij de naburige eilandjes, gedijen vele vissoorten. Op de
eilandjes vindt men een paar van de grootste zeevogelkolonies
ter wereld. Men vindt er de merkwaardige en zeer zeldzame
hoendergans, pingu�ns en albatrossen. Op een aantal eilandjes in
de Bass-straat broedt de dunbekpijlstormvogel. Deze vogel trekt
tijdens de winter met een omweg over Japan en Kamchatka naar
Brits Comubia. De eerste kolonisten op Tasmani� voedden zich met
deze vogel. Het vlees van de jonge vogels die nog niet kunnen
vliegen, zou naar schapenvlees smaken. Alleen al in de periode
van maart tot augustus 1790 werden er 170.000
dunbekpijlstormvogels opgepeuzeld. Tot kort na 1800 werden de
vogels elk jaar op grote schaal afgeslacht. Toch is de
dunbekpijlstormvogel nog steeds de meest talrijke Tasmaanse
vogel.