Rubriek :
Dier - algemeen
Het ingrijpen van de mens
Van de mensen die in
het ori�ntale gebied wonen en leven, geloven velen dat zelfs de
laagste van alle levende wezens een ziel hebben. Door dit
godsdienstige geloof - dat zowel onder de hindoes als
boeddhisten leeft - worden alle dieren in vele streken van dit
gebied met respect behandeld. Verschillende dieren, zoals apen,
koeien en pauwen, worden er zelfs als heilig beschouwd.
Bovendien hebben er eeuwenlang naast enkele volkeren met een
hoge beschaving primitieve volkeren geleefd, zoals landbouwers
en rondtrekkende jagers. Die stonden in nauw contact met de
natuur en ondergingen geen of bijna geen invloed van de cultuur
van de meer beschaafde volkeren. Dit alles heeft ertoe
bijgedragen dat de natuur, en het dierenleven in het bijzonder,
van de mens geen schadelijke invloeden heeft ondervonden.
Totdat, betrekkelijk kort geleden, de intrede van de Westerse
technologie en de daarmee samenhangende zeer plotselinge
bevolkingstoename de zaken drastisch en dramatisch veranderden.
Moderne
middelen van vervoer betekenden het vernielen van het natuurlijk
leefgebied van vele dieren, voor de aanleg van spoorlijnen en
autowegen. Moderne vuurwapens maakten de jacht veiliger en
gemakkelijker. In oorlogstijd veroorzaakten de moderne wapens
zelfs ware afslachtingen, onder de dieren evenzeer als onder de
menselijke bevolking. Maar juist de mens kreeg de kans om zich
sterk te vermenigvuldigen. Om alle monden te kunnen blijven
voeden werd steeds meer grond tot landbouwgrond gemaakt,
waardoor vooral voor woudbewonende dieren het bestaan onmogelijk
werd gemaakt. Zelfs de toename in grootte en aantal van
dierentuinen - die toch in de eerste plaats veel diersoorten
behoeden - heeft soms geleid (door hen ongewild) tot het teveel
vangen van door hen gevraagde diersoorten.
De jachtluipaard is er al niet meer in gevaar : de laatste drie
exemplaren in Azi� werden in 1948 op ��n nacht gedood. Maar deze
prachtige, snelle kat werd al lang door de mens achtervolgd.
Zijn uitroeiing begon toen Indische vorsten en andere edellieden
bij hun jachtpartijen op Indische antilopen grote meuten
jachtluipaarden gingen gebruiken. Sommige prinsen hielden er een
stal van vele honderden stuks op na. Omdat jachtluipaarden zich
toen in gevangenschap niet voortplantten, moesten de dieren
voortdurend worden aangevuld met nieuwe gevangen exemplaren. Het
steeds geringere aantal dat in het wild overbleef, werd
bovendien hun voornaamste voedsel ontnomen : de Indische
antilope ... het dier waarop door de mens het drukst gejaagd
werd, en dat ook al bijna geheel werd uitgeroeid.
De drie soorten neushoorns (zie foto : Indische neushoorn) van
het ori�ntale gebied werden het slachtoffer van een hardnekkig
volksgeloof. Het gebruik van hun hoorns en ook andere
lichaamsdelen zou de mens bijzondere krachten geven. Van de tot
poeder vermalen hoorns werd - en wordt - gedacht dat ze seksueel
stimulerend en potentie verhogend zouden werken. Chinese
'apothekers' gebruikten bijna alles van de neushoorn voor hun
medicijnen : de huis, het vlees, verschillende organen, het
bloed, de beenderen en zelfs de urine. Er bestond in en buiten
China een bloeiende handel in neushoorn-artikelen ... zelfs een
tijdje in Europa. bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog
was een neushoorn bijna zijn gewicht in goud waard. De kleine
Sumatraanse neushoorn was het gemakkelijkst te doden en verdween
het snelst. Zijn verspreidingsgebied omvatte niet alleen Sumatra,
maar ook Borneo, Birma, Thailand en Malakka.
De kouprey - een grote rundersoort - is het laatste grote
zoogdier dat op aarde werd ontdekt ... in 1937, in enkele
gebieden in Cambodja en Vietnam. Hoewel hij toen al vrij
zeldzaam was, had hij zeker nuttig gebruikt kunnen worden om de
eigenschappen van het Indische huisrund belangrijk te
verbeteren. Maar hij werd veel gejaagd door soldaten, die
tijdens de langdurige guerilla-oorlogen in die streken van de
natuur moesten leven. Momenteel staat hij op de lijst van
ernstig bedreigde diersoorten.
Het dierenleven op de Filipijnen heeft na de Tweede Wereldoorlog
veel geleden, vooral omdat het moeilijk bleek om de naleving van
de voor de oorlog bestaande wetten en reglementen op de jacht
weer af te dwingen. E�n van de ergst bedreigde dieren is er de
tamaroe of Mindoro-buffel, een ondersoort van de waterbuffel die
uitsluitend op het eiland Mindoro leeft. Hoewel de dieren zelf
alleen nog maar tijdens de nacht te voorschijn komen, om de
talloze jagers te ontlopen, is hun aantal afgenomen tot ongeveer
honderd stuks. Erger nog is het gesteld met de apenarend, een
roofvogel die van apen leeft. Om duistere redenen is op de
Filipijnen het bezit van een opgezette apen-arend een
status-symbool. Alleen daarom wordt hij genadeloos achtervolgd
en gedood. Hij is nu bijna uitgestorven.
De Aziatische mensapen, de gibbon en de oerang-oetan, staan ook
op de lijst van bedreigde dieren, gedeeltelijk door hun
populariteit in dierentuinen. De beste manier om een baby van
deze dieren te pakken te krijgen, is de moeder te doden. Tot die
ontdekking kwamen helaas de jagers. En van die babies stierven
er vele voordat ze in de dierentuinen aankwamen, door gebrek aan
goede verzorging en aan moedermelk.
Nog andere dieren die voorkomen in het internationale Red Data
Book (boek met rode of alarmerende gegevens over alle bedreigde
dier- en plantensoorten ter wereld), zijn bijvoorbeeld de
Indische halfezel uit Goedzjarat in India, de lippenbeer van
Ceylon en uit de wouden van het Deccan-plateau in India de
Ceylon-olifant, een ondersoort van de Indische olifant, en de
lierherten uit Birma en Thailand.