Rubriek :
Archeologie
Het Neolithicum
Zo'n 10.000 jaar
geleden begonnen sommige jagende samenlevingen gewassen te telen
en dieren te domesticeren voor hun levensonderhoud, maar bleven
de traditionele activiteiten van jagers-verzamelaars voortzetten
en voor hun werktuigen en wapens steen gebruiken. Dit proces van
beheer en selectie verliep geleidelijk in vele generaties. De
door de eerste boeren gekweekte gewassen en huisdieren
verschilden van streek tot streek. Door de evolutie van
uiteenlopende soorten na te gaan kunnen we oorsprong en
verspreiding over de wereld van de vroege landbouw in kaart
brengen. Veel neolithische samenlevingen vestigden zich blijvend
als ze eenmaal een constante voedselbron hadden aangeboord.
Daardoor kwam een breder scala van gebruiksvoorwerpen in omloop,
waaronder aardewerk voor opslag in de keuken, en werd handel
tussen de culturen bevorderd.
Deze blijvende structuren en voorwerpen zijn veel beter tot ons
gekomen dan de vluchtige sporen van de jagers-verzamelaars. We
kunnen dus eenvoudig de invloed van de landbouw op het landschap
en ook op de ontwikkeling van stedelijke gemeenschappen nagaan.