Rubriek :
Historische figuren
Hi�ronymus
Hi�ronymus
Hi�ronymus, voluit: Sophronius Eusebius Hi�ronymus (Stridon,
Dalmati�, 331 of 347 - Betlehem 30 sept. 419 of 420), de
geleerdste theoloog van zijn tijd en met Augustinus de grootste
kerkvader van het Westen, studeerde het trivium te Rome bij de
grammaticus Donatus. In Trier leerde hij de ascetische
levenswijze kennen; daartoe ging hij te Aquileia met zijn vriend
Rufinus (zie Rufinus Tyrannius) over. Op pelgrimage naar
Palestina (372-373) werd hij door een ernstige ziekte te
Antiochi� opgehouden. Hier volgde hij de bijbellessen van
Apollinaris van Laodicea en deed een grondige kennis op van het
Grieks.
1. Verblijf in de woestijn
Daarna verbleef hij ca. drie jaar (374-376/377) als
eremiet in de woestijn Chalcis ten oosten van Antiochi�. Daar
leerde hij van een monnik van joodse afkomst het Hebreeuws. Na
zijn priesterwijding door de bisschop van Antiochi� begaf hij
zich naar Constantinopel, waar hij de theologische redevoeringen
van Gregorius van Nazianze hoorde en geboeid werd door de werken
van Origenes.
2. Latijnse bijbelvertaling
Ook met Gregorius van Nyssa stond hij op goede voet.
Door paus Damasus uitgenodigd om aan een synode deel te nemen,
reisde hij naar Rome, werd secretaris en vertrouweling van deze
paus en verbleef er van 382 tot 385. In opdracht van Damasus
begon Hi�ronymus daar aan een herziening van de Latijnse
bijbelvertalingen. Bovendien verzamelde hij rond zich een kring
van asceten, waartoe vnl. dames uit de hoge Romeinse adel
behoorden. Na de dood van zijn beschermheer (384) werd hij het
doelwit van laster en verdachtmaking.
3. Verblijf in Palestina
Hij besloot over Antiochi� naar de heilige plaatsen in
Palestina te reizen. In Alexandri� verbleef hij een maand bij
Didymus de Blinde en bezocht eerst nog de monniken in de
Nitrische woestijn, eer hij zich voorgoed in Betlehem vestigde.
Hier werkte Hi�ronymus verder aan de herziening van de
bijbelteksten, m.n. heeft hij in de jaren 391 tot 406 heel het
Oude Testament (met uitzondering van enkele deuterocanonieke
boeken die hij voor apocrief hield) op basis van de Hebreeuwse
grondtekst opnieuw in het Latijn vertaald (zie verder Vulgaat).
4. Verdere werkzaamheden
Ondertussen leidde hij in zijn klooster een allesbehalve
vreedzaam bestaan. Verwikkeld in bijna alle kerkelijke
controversen, keerde hij zich tegen zijn jeugdvriend Rufinus,
tegen de aanhangers van de theologie van Origenes en tegen de
theologen Jovinianus, Vigilantius en Pelagius. Bovendien had
zijn nederzetting (die behalve zijn klooster nog drie
vrouwenkloosters, verscheidene pelgrimshuizen, een
kloosterschool en een bibliotheek omvatte) hevig te lijden onder
de plundering van de 'barbaren'. Zijn werkkracht en strijdlust
bleven tot aan zijn dood ongebroken. Hij deed veel
verdienstelijk vertaalwerk (Origenes, Didymus en
kloosterregels), bewerkte de wereldkroniek en het Onomastikon
van Eusebius van Caesarea, alsmede een anoniem lexicon van
Hebreeuwse namen. Voorts schreef hij bijbelcommentaren,
homilie�n, een groot aantal brieven, biografie�n van heilige
monniken en ook het eerste patrologisch handboekje De viris
illustribus. Ondanks de schaduwzijden van zijn heftig karakter
werd hij al spoedig na zijn dood als heilige vereerd. Feestdag:
30 sept.
Hi�ronymus wordt in de beeldende kunst vnl. op drie wijzen
voorgesteld: als kardinaal en kerkleraar, als exegeet en
schriftvertaler en als boeteling. In alle drie gevallen zijn de
leeuw en de kardinaalshoed zijn attributen. De leeuw is aan een
legende ontleend die reeds vroegtijdig in zijn Vita voorkomt,
maar die vermoedelijk aan het leven van de heilige abt Gerasimus
ontleend is. De kardinaalshoed hangt samen met de onjuiste
middeleeuwse opvatting dat Hi�ronymus kardinaal zou zijn
geweest, omdat hij in nauw contact met paus Damasus stond. Als
boeteling in de woestijn zou Hi�ronymus zichzelf getuchtigd
hebben door met een steen op zijn borst te slaan.