Hochstetter's oerkikker
De
Leiopelma hochstelliri vind je terug bij bergen
en bergbeken en is zo'n 4,5 cm lang.
De drie soorten van het geslacht Leiopelma zijn
de enige inheemse kikkers van Nieuw-Zeeland. Ze
zijn zeldzaam geworden en worden streng
beschermd. Andere in Nieuw-Zeeland voorkomende
kikkers zijn daar ingevoerd.
Hochstetter's oerkikker is een forse soort met
onvolledige zwemvliezen aan de achterpoten. Hij
werd in 1852 ontdekt. Hoewel hij gewoonlijk in
of bij het water leeft, is hij ook wel gevonden
in de bergen op enige afstand van een beek. Net
als zijn naaste verwanten is hij een nachtdier.
Hij eet kevers, mieren, regenwormen, spinnen en
naaktslakken.
Het voortplantingsgedrag van deze kikker is
waarschijnlijk een aanpassing aan zijn
woongebied. Groepjes van twee tot acht eieren
worden op vochtige aarde onder hout of stenen
gelegd. Ieder ei is omgeven door een gelatineus
kapsel en hierin doorloopt het embryo alle
kikkervisjesstadia tot hij als een kikkertje met
een klein staartje te voorschijn komt, ongeveer
veertig dagen na de eiafzetting. De staart wordt
binnen een maand geresorbeerd.
|