Hoe
bestuiven dieren planten ?
De
felle kleuren en verleidelijke geuren die veel
bloemen bezitten, dienen een praktisch doel :
het aanlokken van insecten, vogels en andere
dieren. Om te reproduceren moeten planten
stuifmeel overbrengen van de mannelijke naar de
vrouwelijke delen van de bloemen. Door dieren
zoete nectar te geven, zorgt een plant ervoor
dat zijn stuifmeel wordt overgebracht, zodat het
bevruchtingsproces kan beginnen.
Net als dieren hebben bloeiende planten
mannelijke of vrouwelijke voortplantingsorganen.
Bij sommige plantensoorten bevinden beide
organen zich in dezelfde bloem. Het mannelijke
orgaan heet meeldraad. Aan het uiteinde ervan
zit de helmknop, waarin de poederachtige
substantie wordt gemaakt die stuifmeel wordt
genoemd. Als dit wordt overgebracht naar de
vrouwelijke stamper, bevrucht deze het zaad in
de bloem. Sommige planten vertrouwen op de wind
voor het overbrengen van het stuifmeel. Andere
hebben een doelmatiger methode ontwikkeld op
basis van samenwerking tussen planten en
bepaalde insecten, vogels en zoogdieren. Terwijl
ze van de nectar eten, komen deze dieren onder
het stuifmeel te zitten en nemen dit mee naar de
stamper. Dit proc�d� heet bestuiving.
Sommige insecten met een beperkt
gezichtsvermogen worden tot planten aangetrokken
door niet-visuele middelen. Door bloemengeuren
bijvoorbeeld. Als een bij een bloem binnengaat,
blijft er stuifmeel aan de haren op zijn lijf
plakken. Als hij daarna op een andere bloem
landt, wrijft hij deze korrels af aan een
stamper. Sommige bloemen hebben bovendien
onzichtbare sporen uitgezet die naar de nectar
voeren. Deze markeringen reflecteren ultraviolet
licht dat de insecten kunnen zien.
Zoete geuren spreken niet ieder dier aan. Veel
insecten, zoals vliegen, worden aangetrokken
door de geur van rottend vlees of mest. Ze
zoeken hun voedsel normaal gesproken niet bij
planten, maar geven de voorkeur aan drek of
ontbindende dierenlijken. Om vliegen te lokken
voor de bestuiving, verspreiden sommige planten
een geur die lijkt op die van kadavers of
uitwerpselen. In de hete, vochtige omgeving van
de tropen groeit de rafflesia, de plant met de
grootste bloemen ter wereld. Deze bloemen
scheiden een afschuwelijke stank af, die vliegen
aantrekt.
In plaats van geuren maken sommige planten
gebruik van felgekleurde bloemen om bestuivers
aan te trekken. Tegen hun achtergrond van groene
bladeren vallen deze bloemen extra op en geven
ze aan dat binnenin voedingsstoffen te vinden
zijn. Sommige vogels, zoals de kolibrie, de lori
en de suikervogel (zie foto), zijn
gespecialiseerde nectar-eters. Als de vogel uit
de nectarzakken binnenin een bloem eet, strijkt
hij met zijn kop langs de lange meeldraden van
de bloem. Hierdoor komt stuifmeel vrij, dat zich
vastzet tussen zijn veren. Als de vogel
vervolgens een vrouwelijke bloem aandoet, wrijft
hij met zijn kop tegen de stempel van de
stamper. Het stuifmeel blijft achter en bevrucht
de plant.
|