Hoe bouwen
vogels nesten ?
Alle
vogels leggen eieren, dus moeten ze die ergens
achter kunnen laten. Een nest is een veilige
plek om eieren te leggen en jongen groot te
brengen. Het verschaft warmte en bescherming.
Vogelnesten kunnen de vorm en de grootte van een
vingerhoed hebben of bestaan uit een gigantische
hoop bladeren en aarde. Het kunnen meterslange
donkere tunnels zijn of enorme platforms van
twijgen.
Fossielenonderzoek heeft geleerd dat
dinosauri�rs - de voorouders van de vogels van
nu - een eenvoudige uitholling in de grond
maakten voor hun eieren. Sommige vogels doen dat
nu nog steeds. Waadvogels zoals oeverlopers en
plevieren, hoendervogels zoals fazanten,
kwartels en patrijzen, en de meeste eenden en
ganzen leggen hun eieren in een ondiepe kuil.
Gebruikmakend van hun snavels, brengen ze een
isolerende laag gras of dons aan en brengen die
in model met hun lijf en poten. Struisvogels
schrapen een holte in de zandgrond, waarin tot
zes vrouwtjes meer dan veertig eieren leggen.
Een klein aantal vogels, zoals de Australische
stern, bouwt helemaal geen nest. De stern laat
haar ene witte ei achter waar het haar uitkomt,
balancerend op een steen of op een tak.
De bekendste nesten zijn de platte schaaltjes
die worden gemaakt door kleine zangvogels als de
zanger, de lijster en de vink. Deze worden
gemaakt van plantenmateriaal en vervolgens
bekleed met veren of modder. Vogels bouwen hun
nesten echter van welk materiaal er maar
voorhanden is. De paradijsmonarch (zie foto)
bouwt zijn nest van gras, maar plakt de boel aan
elkaar met spinnewebben. Huismussen die tussen
de mensen leven, gebruiken soms touw, papier en
zelfs plastic. Australische eksters gebruiken
wol die ze uit de rug van een schaap trekken,
terwijl roodpootaalscholvers materialen
bijeenscharrelen op het strand. Zwaluwen bouwen
koepelvormige nesten van modder en karkieten
binden riethalmen aan elkaar.
Het is belangrijk om de geschiktste plek te
vinden voor een nest. De strijd om nestplaatsen
heeft ertoe geleid dat verschillende soorten
totaal uiteenlopende locaties kiezen. In de
regenwouden van Zuidoost-Azi� hangt de
spinnenjager zijn nest onder een groot blad dat
als paraplu dienst doet. Woestijnsoorten als de
leeuwerik en de gewone tapuit nestelen vaak in
de schaduw van een rotsblok of een struik.
Watervogels als het waterhoen en de fuut bouwen
een vlot van waterplanten. Sommige vogels bouwen
hun nesten in de buurt van agressieve dieren als
bijen en wespen, om hun natuurlijke vijanden op
afstand te houden.
Veel vogelsoorten broeden hun eieren uit in
afgesloten ruimtes, holen of gangen. Sommige,
zoals de uil, de mees en de papegaai, nestelen
in bestaande holtes, terwijl andere hun eigen
hol uitgraven. Nesten bouwen is hard werken.
Veel soorten roestvogels moeten meer dan duizend
vluchten maken om voldoende bouwmateriaal te
verzamelen. Sommige vogels, zoals de hamerkop en
de meeste roofvogels, gaan economisch te werk en
hergebruiken hun nesten.
|