Rubriek :
Ziekten en
aandoeningen overzicht
Homocystinurie
Metabool defect:
Er zijn verschillende enzymdefecten beschreven in het
metabolisme van de zwavelhoudende aminozuren. Normaal gesproken
stelt het lichaam alles in het werk om het aminozuur
L-methionine, wat binnenkomt met de voeding, voor de
eiwitsynthese ter beschikking te houden; een kleine fractie
ervan wordt afgebroken via homocysteine, cystathionine en
cysteine.
De "klassieke" homocystinurie berust overwegend op een defect in
het enzym cystathinonine-b -synthetase dat de omzetting van
homocysteine naar cystathionine katalyseert.
Ongeveer 50% van de pati�nten is pyridoxine (vitamine B6)
gevoelig met als onderliggend defect een stoornis in de binding
van de cofactor pyridoxalfosfaat aan het enzym.
Deze tekst zal hoofdzakelijk over de "klassieke" homocystinurie
handelen.
V��rkomen van homocystinurie:
Homocystinurie komt voor bij ongeveer 1:200 000 levend
geborenen. In Ierland ligt de prevalentie hoger.
Genetica:
Het is een autosomaal recessief overerfbare stofwisselingsziekte
met een herhalingsrisico binnen een gezin van 1 op 4 bij elke
zwangerschap. Het gen is gelokaliseerd op chromosoom 21 en
meerdere mutaties zijn beschreven (de meeste mutaties zijn
specifiek voor de families waarin ze gedetecteerd worden).
Moleculaire diagnostiek van heterozygoten (dragers) is mogelijk.
Prenatale diagnostiek is mogelijk via enzymdiagnostiek op
amniocyten (vruchtwaterpunctie) en wanneer de mutaties bekend
zijn via moleculair genetische diagnostiek (vlokkentest).
Klinische verschijnselen:
De klinische tekens treden progressief na de geboorte op: de
ogen, het skelet en bindweefsel, het centraal zenuwstelsel en de
bloedvaten zijn in het ziekteproces betrokken.
De ogen:
Een lensluxatie (loslating van de ooglens) is vaak het eerste
klinische teken dat opgemerkt wordt, alhoewel het pas na de
kleuterleeftijd optreedt. Vaak wordt een pati�nt met
homocystinurie daarom ontdekt via de oogarts. Een toegevoegde
bijziendheid leidt met de lensluxatie tot ernstige visus
stoornissen. De lensluxatie is soms aanleiding tot ernstige
complicaties w.o. glaucoom.
Het skelet en bindweefsel:
Skeletafwijkingen kunnen reeds vroegtijdig opgemerkt worden:
verdikkingen van de botuiteinden (metafysen) thv de knie�n met
genua valga of X-benen tot gevolg; misvormingen van de borstkas;
lange, smalle lange beenderen (dolichostenomelie) en lange
vingers (arachnodactylie) zijn typisch na de puberteit. Op jonge
leeftijd moeten de afwijkingen onderscheiden worden van rachitis
(vitamine D defici�ntie); op latere leeftijd lijken deze
pati�nten op pati�nten met het Marfan syndroom (een
bindweefselziekte). Het bot is broos door een veralgemeende
osteoporose. Het is niet uitzonderlijk dat deze pati�nten
behandeld worden door orthopedisten zonder dat de onderliggende
stofwisselingsziekte gediagnosticeerd is.
Centraal zenuwstelsel:
Psychomotore retardatie en mentale retardatie (60%) worden
bepaald door het onderliggende defect: vitamine B6 responsieve
vormen hebben een betere uitkomst als de non-B6-responsieve
vormen. Epilepsie, EEG afwijkingen, gedragsstoornissen en fokale
uitvalsverschijnselen tgv aantasting van de bloedvaten in de
hersenen maken eveneens vaak deel uit van het klinisch beeld.
Bloedvaten:
Verstopping van de bloedvaten kan optreden in alle vaten van het
lichaam (aderen en slagaderen) en dit op elke leeftijd.
Bloedstolsels tgv aderontstekingen (Thromboflebitis) en
longembolie�n komen frequent voor. Een thrombose van de
halslagader of de nierader zijn de meest voorkomende oorzaken
van vroegtijdig overlijden. Een ernstig risico lopen deze
pati�nten tijdens een anesthesie (!) indien niet de nodige
maatregelen getroffen worden: hyperhydratie en specifieke
behandeling.
Metabole diagnostiek:
In de urine wordt in de aminozurenanalyse een zeer hoge
concentratie van homocystine en methionine teruggevonden, naast
een laag cystathionine en cystine. Serum aminozuren toont een
verhoogd methionine en laag cysteine. Het totaal plasma
homocysteine is sterk verhoogd tot 200-400 �mol/L
(referentiewaarde < 12 �mol/L nuchter).
Andere metabolieten kunnen door gespecialiseerde onderzoeken
ontdekt worden.
De enzymdiagnostiek gebeurt op gekweekte huidcellen (
fibroblasten)
Behandeling:
Het doel van de behandeling is om het plasma totaal homocysteine
te verlagen: liefst normalisatie (< 12 �mol/L) of zo laag
mogelijk (50-70 �mol/L).
Aanvankelijk wordt het effect van vitamine B6 uitgeprobeerd:
meestal in een dosis van 500 mg per dag; soms op te drijven tot
een dosis van maximaal 1000 mg per dag (in associatie met
foliumzuur 10-15 mg/dag .). Vitamine B6 responsieve pati�nten
kunnen zelfs een effect hebben van een zeer lage dosis zoals
aangetroffen in multi vitamine preparaten.
De vitamine B6 non-responsieve vormen worden op een
methionine-arm/cysteine-rijk dieet gezet (beperking van de
natuurlijke eiwitten aangevuld met specifieke
aminozurenmengsels). In de praktijk kan sojamelk gebruikt
worden.
Het dieet is onpraktisch en kan meestal de biochemische
afwijkingen niet corrigeren. Daarom wordt betaine toegediend (max.
dosis 150 mg/kg/dag) dat een alternatieve remethylering van
homocysteine tot methionine bewerkstelligd. L-cysteine is een
essentieel aminozuur voor deze pati�nten en dient meestal
gesuppleerd (tot 200 mg/kg/dag).
Vitamines (pyridoxine, foliumzuur, vit B12 e.a.) en mineralen
worden toegediend naar gelang de behoefte.
Preventief aspirine of andere antistolsel medicatie geven heeft
geen nut. Bij complicaties van de bloedvaten heeft aspirine een
bewezen rol (100 mg/dag).