De
honingbij
Orde
: Hymenoptera - familie : Apidae - geslacht :
Apis en soort : Apis mellifera. Er bestaan
ongeveer 20.000 bijensoorten, zowel levend in
kolonies als solitair levende bijen.
De korf van de honingbij is een bijzondere plek.
Tienduizenden bijen werken samen aan het welzijn
van hun kolonie : het bouwen aan en onderhouden
van de korf, het zoeken van voedsel, het
verjagen van plunderaars en het voederen en
grootbrengen van de kleintjes. Binnen de korf
heerst een strikt kastestelsel. De koningin (een
vruchtbaar vrouwtje) legt eitjes; de darren
(mannetjes) zijn er om met haar te paren en
duizenden werkbijen (steriele vrouwtjes) doen
het dagelijkse werk. Onvermoeibaar produceren de
werkbijen honing en bestuiven ze allerlei
gewassen. De honingbij is ��n van de nuttigste
insecten ter wereld.
Vlak na de metamorfose van pop tot bij, vliegt
de koningin uit voor haar eerste en enige
bruidsvlucht. In de lucht paart ze met ��n of
meerdere darren, die vervolgens doodgaan. Ze
slaat hun zaadcellen op in haar lijf en
verandert in een machine die eitjes legt. In de
warme maanden legt ze er wel tweeduizend per
dag. Elk eitje wordt opgeborgen in een
honingraatcel in het midden van de korf. Als de
koningin zaadcellen loslaat op een eitje wordt
het een werkbij, anders een dar. Na een paar
dagen kruipt er uit het eitje een kleine,
wormachtige larve, die door de werkbijen wordt
gevoed. De larve groeit en ontwikkelt zich in de
cel. Eerst wordt het een pop, die later
verandert in een volwassen bij. De werkbijen
kiezen een paar larven uit die koningin zullen
worden. Ze voeren deze larven een eitwitrijke
substantie die koninginnegelei wordt genoemd.
Deze gelei wordt in klieren in de kop van de
werkbijen aangemaakt. Potenti�le koninginnen
kunnen de oude koningin verjagen, of ze kunnen
wegvliegen om elders een nieuwe kolonie te
stichten.
Jaarlijks gaan er miljoenen bijen door door het
gebruik van insecticiden en
bestrijdingsmiddelen, zowel direct als door de
vernietiging van hun voedselbronnen. Dat is
slecht nieuws voor de mens, want de bestuiving
van meer dan zeventig procent van onze gewassen
is afhankelijk van bijen.
Tijdens hun zes weken lange leven zijn werkbijen
vooral bezig met het grootbrengen van de
kleintjes. Ze maken de was aan waarmee cellen
worden gemaakt en gerepareerd. In de cellen
worden eitjes en voedsel opgeslagen. De
werkbijen verdedigen ook de korf.
Werkbijen verzamelen voedsel in de vorm van
nectar en stuifmeel van bloemen. Het stuifmeel
wordt in mandjes aan de achterpoten vervoerd en
de nectar wordt opgezogen en meegedragen in het
achterlijf van de bij. Alleen de nectar wordt
gebruikt voor de aanmaak van honing. Het
stuifmeel dient als afzonderlijke voedselbron of
wordt soms aan de honing toegevoegd.
|