De
hop
Orde
: Coraciiformes - familie : Upupidae - geslacht
: Upupa en soort : Upupa epops. De hop is het
enige lid van de familie. Het nauwst verwant
zijn de vijf soorten boomhoppen uit de familie
van de Phoeniculidae.
Het hop valt direct op, zelfs als hij niet te
zien is. Op de vlakten in Europa, Azi� en Afrika
ten zuiden van de Sahara is de kenmerkende 'hoe-poe-roep'
van het mannetje op een kilometer afstand te
horen. Ook door zijn fraaie verenkleed en
opvallende manier van vliegen is de hop snel te
herkennen.
Vanuit vliegtuigen boven de machtige Himalaya en
de Europese Alpen zijn op 6100 meter hoogte
trekkende hoppen waargenomen. Toch is de vogel
over het algemeen op de grond te vinden. De hop
zit vaak op een comfortabele tak zijn veren te
verzorgen. Foerageren doet hij trippelend op
zijn korte poten. Op de grond vindt hij dan ook
zijn meeste prooien. De hop is een langzame
vlieger en opvallend getekend. Daarom is hij
kwetsbaar voor roofvogels. Het is veel veiliger
om op de grond te blijven, waar hij tussen het
gefilterde licht en de schaduwen nauwelijks
opvalt, zelfs niet in de open gebieden waar hij
zo van houdt.
In de lente verdedigt het mannetje een
territorium. Hij roept herhaaldelijk om rivalen
af te schrikken en een vrouwtje te lokken. Hij
vrouwtje legt haar eieren op een hoge,
schaduwrijke plek. Als de donzige kuikens
uitkomen, blijft ze hen eerst een week
voortdurend verwarmen. Daarna gaan de ouders
beurtelings op zoek naar voedsel. Ondertussen
gaat het nest steeds meer stinken. Etensresten
en uitwerpselen van de kuikens en de ouders
worden niet verwijderd. Na een maand zien de
kuikens er net zo uit als hun ouders, en kunnen
ze het nest verlaten.
Hoewel hij niet bedreigd wordt, heeft de hop net
als veel andere vogels al eeuwenlang te lijden
van de mens. Hij wordt sinds lang bejaagd,
vooral in Zuid-Europa. Zijn organen worden
gebruikt om zogenaamde liefdesdrankjes en andere
medicijnen van te maken. In Zuid-Griekenland en
op Kreta is hij inmiddels uitgeroeid. Hij wordt
ook veel bejaagd om op te eten, want velen zien
in hem een delicatesse.
Soms jaagt de hop op insecten in de lucht, maar
dit gebeurt alleen wanneer de zwermen zo dicht
en omvangrijk zijn dat de langzaam vliegende
vogel ze gemakkelijk kan vangen. Meestal
foerageert de hop op de grond. Hij zoekt met
zijn lange snavel onder stenen, in gras en in de
modder naar insecten, larven, wormen, spinnen en
andere kleine ongewervelden. Keverlarven zijn
echter favoriet. Om ze te vinden steekt hij zijn
snavel zonder aarzelen in mest van koeien,
paarden of schapen.
|